Anna Karolina #236: Terug in de armen van Daan

Column

Anna Karolina #236: Terug in de armen van Daan

Anna Karolina
Door

Anna Karolina

Gepubliceerd op

17 december 2022 om 19:00

Bron / Fotografie

Fotografie Tom ten Seldam

Gepubliceerd op

17 december 2022 om 19:00

Bron / Fotografie

Fotografie Tom ten Seldam

Anna snapt niet hoe Sebastiaan zo plotseling verdwenen kan zijn, maar besluit zich niet onnodig druk te maken. Tot Daan belt.

Zo lang kan het niet geduurd hebben, dat ik van boven naar beneden ben gerend, maar eenmaal buiten is geen van de drie meer te bekennen. Isabella, Sebastiaan en de vreemdeling; ze zijn allemaal weg.

Ik hijg zwaar en een tal aan messen lijkt zich in mijn longen te nestelen. In de verte klinkt nog vaag het geluid van schurende autobanden over het asfalt. De wind blaast koele lucht tegen mijn bijna naakte lijf en ik hol weer richting het huis. Misschien moet ik me eens een keer niet allerlei rare dingen voor de geest halen. Er is hier vast een rationele uitleg voor. Dit heeft waarschijnlijk allemaal met zijn werk te maken. Die vreemdeling is vast ook van de politie. Die zal wel samen met Isabella hierheen gekomen zijn.

Maar waarom voelt alles aan dit zo raar? Ik voel de afdruk van zijn hand nog op mijn heup. Alsof ik hem ken, of vooral, dat hij mij kent. Er lag een soort van intimiteit in zijn aanraking. Een vertrouwdheid die alleen maar voelbaar is bij je geliefde of eventueel een ex. Maar niks aan de man herinnert me aan iemand van vroeger.

Ik omklem mijn lijf met mijn rillende armen en sluit mijn ogen. Damir. Oh, mijn lijf denkt nog altijd aan je, als Damir. Je klauwen, je gehijg, je blik op het moment dat je in me glijdt, dat je mijn wereld binnengaat om te vullen met je alles. Waarom moeten we altijd weer ontwaken tot deze wereld die iedere keer weer een spelbreker blijkt? Mijn belsignaal klinkt en ik veer op. Zonder ook maar te kijken naar het scherm weet ik instinctief wie het is, of beter gezegd, hoop ik het te weten:

'Waar ben je? Waarom moest je weg? Sebastiaan?'

'Anna, Anna, het is Daan.'

Uit reflex wil ik hem wegdrukken, maar iets houdt me tegen en ik druk mijn mobiel tegen mijn oor aan.

'Hoe durf jij mij te bellen?'

'Anna, je weet net zo goed als ik dat dit nooit mijn bedoeling is geweest.'

'Nee Daan, dat weet ik niet.'

'Het enige dat ik wilde is jou uit al die shit halen.'

'Dus dan schiet je maar op mij. Ja, zo kan je het ook oplossen inderdaad.'

'Ik richtte op die klootzak, niet op jou.'

'Hou op, Daan, hou alsjeblieft op. Je hebt alles stukgemaakt. Heb je enig idee wat je hebt aangericht. Je hebt verdomme mijn baby vermoord!'

Ik schreeuw het zo hard uit, dat ik er zelf van schrik. Al die tijd was het een opgekropt gevoel geweest. Ik voelde alleen maar verlies en verdriet. Maar de woede, het grote monster dat in mijn huist, bleef zich maar voeden en groeien binnenin. Hij vecht zichzelf naar buiten en laat een gapende wond achter.

'Anna. Waar ben je? Anna ik kom nu naar je toe.'

'Heb jij een bord voor je kop. Ik wil niemand zien. En jou het allerminst op dat wijf van een Isabella na. En die was er zonet ook al.'

'Ik moet dit goedmaken. Laat me dit goedmaken. Je bent zeker in zijn huis of niet? Weet je, het maakt me niet meer uit of hij er is of niet. Al slaat ie me tegen de grond. Ik heb het verdiend. Maar ik moet Anna, ik moet het proberen te fixen. Alsjeblieft.'

Ik zeg niks meer en druk hem weg, voordat de tranen het spreken onmogelijk maken en ik door mijn benen zak. Ik wil dit niet. Ik ben hier zo klaar mee. Ik wil me niet meer zo miserabel en verloren voelen. Mijn lijf verstard, verlamd, ik hap naar adem, maar ik moet, ik moet dit kunnen doorstaan. Alsof dit een test is. Alsof alles in het leven een test is. Ik adem diep in door mijn neus en adem zo lang mogelijk uit door mijn mond. Controle zuigt zich aan me vast en blijft mijn cellen omklemmen. Ik heb al genoeg meegemaakt om ook dit aan te kunnen. Sebastiaan komt vast zo terug en dan kan ons vervolg beginnen.

Daan en Isabella zijn slechts toeschouwers in ons verhaal. En ook al genoot Daan vόόr Sebastiaan de rol van hoofdrolspeler, dat heeft ie toch zeker zelf weten te verpesten. Je kansen zijn niet eindeloos om in iemands leven de meest belangrijke persoon te blijven, en eenmaal verstoten van je eerste plek is het klaar. Basta. Het in onomkeerbaar en definitief.

Ik trek een zwarte legging en strak coltruitje aan en stap, alsof ik kilo's lichter ben ineens, de trap af naar beneden.

'Wat doe jij hier?'

'Anna.'

'Serieus. Ik ga de politie bellen. Hoe kom jij zomaar hier binnen?'

'Je deur stond open. Anna, ik moet met je praten. Ons verleden moet genoeg reden voor je zijn om mij tenminste aan te horen.'

'Het is niet voor niks ons verleden. Je hebt het stukgemaakt. Jij en al die vrouwen waar je nooit mee klaar leek te zijn. Ook al ben ik degene die vreemdgegaan is nu, degene die jou heeft bedonderd, jij bent het, jij bent de reden voor dit alles.'

Daan staart me wezenloos aan. Ik weifel en stop. De wereld lijkt haar adem in te houden. En dan, zonder aanleiding, neem ik de laatste treden en druk ik mezelf tegen hem aan.

Wordt vervolgd.

delen
Anna Karolina

Anna schrijft iedere week over haar zoektocht naar de ware (meeslepende) liefde die als een stevige rode draad door haar leven loopt. Elke zaterdagavond om 19.00 uur lees je een gloednieuwe aflevering op &C the website.

Meer van deze auteur

Wil je ook lezen