Huilen op de crèche: waarom is het toch zo verdomde moeilijk om je kind los te laten?

Body & Mind

Huilen op de crèche: waarom is het toch zo verdomde moeilijk om je kind los te laten?

Redactie
Door

Redactie

Gepubliceerd op

25 maart 2024 om 20:00

Bron / Fotografie

tekst Tara Stokdijk, fotografie Tom ten Seldam

Gepubliceerd op

25 maart 2024 om 20:00

Bron / Fotografie

tekst Tara Stokdijk, fotografie Tom ten Seldam

De wendagen op de crèche: vooral wennen voor jóú. De eerste dag op de basisschool: snikkend zwaaien op het schoolplein. Je kind wordt brugpieper: buikpijn en kopzorgen. Gaat-ie eindelijk uit huis: legenestsyndroom. Waarom is het toch zo verdomde moeilijk om je kind los te laten? Journalist Tara Stokdijk zocht het uit voor &C's aprilnummer 'Fuck it, dan ben je maar een laatbloeier' en je leest hier een preview.

'Niet huilen, niet huilen, niet huilen,' sprak ik mezelf streng toe. Met de kinderwagen aan de hand en mijn ziel onder m’n arm sjokte ik richting de kinderopvang. Mijn dochter, toen een baby van slechts vijf maanden oud, had haar eerste wendag. Wenmoment, moet ik eigenlijk zeggen, want het ging om maar twee uurtjes. Klinkt easy, voelde als een onmenselijke marteling. Want sinds mijn bevalling was ik niet alleen chronisch moe, warrig en semi-incontinent, ik was ook een emotioneel wrak.

En dat komt bij uitstek op dit soort momenten naar boven. Dus ja, ik moest huilen. Ik was de drempel van het gebouw nog niet over of mijn onderlip begon al te trillen. We werden ontvangen door de allerliefste mevrouwen, die me gelijk overspoelden met troostende woorden en handen op mijn schouders, wat het huilen natuurlijk alleen maar erger maakte. Om het inlevermoment nog even uit te stellen, kregen we eerst een rondleiding door het gebouw.

Lees ook: Is dat even een opluchting: dit is waarom je kinderen liever 'goed genoeg' opvoedt dan 'perfect'

Mijn mascara zat inmiddels op mijn kin. 'Leuk,' snikte ik bij het zien van de speelplaats. 'Mooi,' snotterde ik bij de verschoonruimte. Het was behoorlijk beschamend. En toen was daar het moment: ik moest mijn kind inleveren. De sluizen gingen wagenwijd open. Ik jankte bij het weglopen, ik jankte de hele weg naar huis en ik jankte vervolgens twee uur thuis op de bank tot ik haar weer op mocht halen. Of mijn dochter het ook zwaar had met haar wenuurtjes? Totaal niet. Bij het halen kreeg ik te horen dat mevrouw de volledige twee uur als een roosje had liggen slapen.

Nergens last van. Tegen iedereen die het wilde horen (en iedereen die dat niet wilde) vertelde ik die week hoe moeilijk ik het vond om mijn kind bij wildvreemden achter te laten aka naar de opvang te brengen. Ik kreeg een hoop lieve woorden, maar de enige die me echt geruststelde was mijn collega-journalist Franke van Hoeven (46). Ze is moeder van Puk (12) en Olle (9) en schreef Ik denk dat ik het wel kan, een handboek voor kersverse moeders. 'Joh,' zei ze, 'over een jaar sta je weer te janken, maar dan omdat ze naar een andere groep moet.'

Ze suggereerde hiermee dat mijn kind en ik tegen die tijd zo gewend zouden zijn aan de fijne groep en lieve leidsters, dat afscheid nemen juist lastig wordt. Iets waar ik me toen nog niks bij voor kon stellen, maar inmiddels wel. We zijn nu vier maanden verder en Franke had gelijk: het gaat hartstikke goed en ik zou willen dat ze voor altijd bij deze lieve leidsters mag blijven. Opeens vind ik haar uitspraak niet zo geruststellend meer, want hoeveel jankmomenten heb ik wel niet in het verschiet? Mijn kind zal namelijk nog wel vaker van groep wisselen. Zeker als ze naar de basisschool en daarna de middelbare school gaat. Is het ouderschap een aaneenschakeling van jankmomenten? Help!

Lees ook: Aardig zijn kost niks: 'Behandel de opvangjuffen en -meesters die ons land rijk is toch eens even normaal'

Goed gehecht Ontwikkelingspsycholoog Steven Pont is niet verbaasd als ik hem over mijn debacle bij de opvang vertel. Sterker nog: hij vindt het best logisch dat het me zo veel doet. De natuur heeft dat namelijk zo bepaald. 'Biologisch gezien ben je zo geprogrammeerd. Als ouders onverschillig ten opzichte van hun kind zouden staan, zouden kinderen niet overleven. Kinderen worden daarom geboren met een enorme hechtingsbehoefte en ouders beschikken over sensitieve responsiviteit: het vermogen de behoeften van je kind te herkennen en te beantwoorden. Als dit goed gaat, is er sprake van veilige hechting.'

Als loslaten pijn doet, kun je dit dus als teken van veilige hechting zien. Hartstikke fijn, maar hoe ga jij met dat hartzeer om? Dorien Yassa is eigenaar van de psychologenpraktijk Mom & Mind. In haar werk komt ze regelmatig moeders tegen die hiermee struggelen: 'In de eerste plaats vertel ik moeders altijd dat het normaal is dat ze worstelen en dat ze zichzelf tijd mogen gunnen. Moeders kunnen best streng zijn voor zichzelf, dat mag wel wat milder. Tegelijkertijd is het goed te beseffen dat loslaatmomenten belangrijk zijn voor je kind. Het zijn stapjes in het proces naar zelfstandig worden, stapjes die ze nodig hebben. Laat die er dus vooral zijn en accepteer dat het lastig is.'

Autonoom Lio (3), het zoontje van Sophie (32), start over tweemaanden op de basisschool. Hoewel de kleine knul er hartstikke aan toe is, is zijn moeder dat niet. Zev indt het maar wat spannend om haar kind de wijde wereld in te sturen: 'Het voelt alsof ik de controle uithanden moet geven. Ik heb geen invloed op wat er met hem gebeurt als hij daar is.' Vooral het sociale aspect vindt ze spannend. 'Maakt hij wel vriendjes? Durft hij voor zichzelf op te komen? En staat hij zijn mannetje? Ik ben misschien iets te beschermend, maar dat ik hem daar helemaal niet kan beschermen, vind ik moeilijk.' Ook dit komt Yassa veel tegen in haar praktijk.

Hoe je om moet gaan met de volgende loslaatmomenten, zoals de basisschool, de middelbare school en wanneer je kind uit huis gaat, en wil je weten waar je de oplossing kunt vinden voor je zorgen en tranen? Je leest het hele artikel in &C's aprilnummer dat nu in de winkels ligt, of haal 'm vast hier:

Shop hier de nieuwste editie

delen
Redactie

De &C-redactie bestaat uit enkel vrouwen en iedereen verzamelt wel iets. Katten, memes of dates bijvoorbeeld. Ze slurpen koffie alsof er levens vanaf hangen, verruilen het diner maar al te graag in voor een snackbox van de lokale friettent en dragen heus weleens wat anders dan pastel. Wees maar niet bang.

Meer lezen van Body & Mind

Meer van deze auteur