Nee, het ligt niet aan jou: dit is waarom de heenweg langer lijkt dan de terugweg

Die eindeloze heenreis die op papier maar enkele uren duurt, voelt in de praktijk aan als een eeuwigheid. En toch, op de terugweg, vliegt de tijd. Raar, toch? Geen zorgen, je bent niet de enige. Wij hadden dat gevoel ook en zochten uit hoe het nou kan dat de terugweg altijd korter lijkt.

Herkenning Op je terugreis passeer je allerlei plekken die je al kent, en dat geeft je het gevoel sneller thuis te zijn. Uit onderzoek blijkt dat onbekende prikkels ons brein het idee kunnen geven dat de tijd langzamer verstrijkt. Dus als de omgeving bekend is, zoals op de terugweg, krijgen we minder nieuwe prikkels en lijkt alles minder nieuw. Dat klinkt vrij logisch, toch?

Inschattingsvermogen Maar wacht even, dat blijkt toch niet het hele verhaal te zijn. Als je erover nadenkt, wordt het namelijk ook een beetje lastig uit te leggen waarom vliegreizen terug ook korter lijken, zonder duidelijke herkenningspunten. Het is niet alsof je onderweg specifieke wolken boven Zuid-Frankrijk herkent.

Lees ook: Dé ultieme tip om te reizen met kinderen: dit is 'm

De echte reden lijkt meer te maken te hebben met ons inschattingsvermogen van tijd. Aan het begin van een reis zijn mensen vaak te optimistisch, waardoor de heenreis juist langer lijkt te duren dan verwacht. Hier pas je je vervolgens op aan, dus als je aan je aan de terugreis begint denk je: o nee, dit gaat heel lang duren. Als gevolg daarvan neemt de terugreis dus minder tijd in beslag dan verwacht - en in deze context voelt het daarna korter aan. Volg je het nog?

Helaas gebeurt dit effect niet bij dingen zoals planken, waarbij de eerste minuut zo bizar snel voorbij gaat, terwijl die laatste minuut voelt als een eeuwigheid...