Body & Mind
Het kind van Anne overkwam het allerergste: 'Mijn vijfjarige zoon werd door een veertienjarige misbruikt'
Gepubliceerd op
20 april 2024 om 10:00
Bron / Fotografie
fotografie Dario en Misja
Gepubliceerd op
20 april 2024 om 10:00
Bron / Fotografie
fotografie Dario en Misja
Als Anne van Ee erachter komt dat haar zoon meermaals is misbruikt door een oudere jongen, stort haar wereld in. Een slopende periode met gebrek aan kennis en lange wachtlijsten volgt. Haar verhaal staat in &C's 100e editie.
Anne (34): 'Mijn tienjarige zoon ken ik als een levendige jongen. Het kind dat constant uitdagingen in zijn leven wil en vol energie zit. Ik herinner me nog goed dat hij op zijn derde constant samen op pad wilde. Dan wilde hij weer naar het park, dan weer naar de speeltuin. Toen hij een jaar of vijf was, veranderde dat. Hij trok zich steeds vaker terug en liep achter op school. Hij was vaak afgeleid, had moeite met leren en klaagde bijna dagelijks over buikpijn.
Mijn man en ik merkten dat er iets mis was en zochten naar verklaringen. Heeft hij buikpijn omdat hij overprikkeld is? Maakte hij zich misschien druk om school? We zaten ook nog eens midden in de lockdown, dus daar hielden we ook rekening mee. De school van mijn zoon en de huisarts adviseerden een bezoekje aan de fysiotherapeut. De laatste tijd leek hij last te hebben van zijn motoriek. Misschien had het daar iets mee te maken.
Helaas kon de fysiotherapeut ons niet helpen. Hij dacht dat er iets heel anders met onze zoon aan de hand was en adviseerde ons om hem te laten testen op de ontwikkelingsstoornis PDD-NOS. Volgens hem had onze zoon veel meer structuur en duidelijkheid nodig dan andere kinderen en dat kon duiden op autisme. Later leerde ik van een psycholoog dat kinderen met een trauma vaak onterecht de diagnose autisme krijgen. Mensen met PTSS hebben namelijk ook heel veel duidelijkheid en structuur nodig. In het begin konden mijn man en ik ons vinden in het verhaal van de fysio. Wij zagen natuurlijk ook dat onze zoon veel structuur nodig had. Als iets niet ging zoals hij in zijn hoofd had, werd hij woedend. Dan trad hij buiten zichzelf.
Ik weet nog dat hij een keer zijn hele kamer overhoop haalde. Hij scheurde de posters van zijn muur, trok met al zijn kracht het matras van het bed en barstte vervolgens in tranen uit. ‘Sorry mama, sorry, ik ruim het zometeen weer op,’ zei hij dan. Als de woede eruit was, werd hij gelijk weer rustig. Ik kon op die momenten niet eens boos zijn. Ik maakte me alleen ontzettend veel zorgen. Niemand wil zijn kind zo gefrustreerd zien.'
Week van de lentekriebels 'Uiteindelijk kwamen we er twee jaar later achter dat onze zoon seksueel misbruikt is. Hij was zeven jaar toen hij het vertelde, ik herinner me die dag nog goed. Het was een mooie, zonnige dag en onze zoon was met een van de buurmeisjes op straat aan het spelen. Rond het avondeten kwam hij thuis en toen we met zijn allen aan tafel zaten, zei hij ineens: 'Mama en papa, ik weet wat seks is.'
Bij het buurmeisje was het de Week van de lentekriebels op school en daar hadden ze het samen over gehad. 'Nou, wat heb je dan van haar gehoord?' vroeg ik heel casual. 'Dat de piemel in de vagina gaat,' zei hij terwijl hij helemaal begon te shaken. 'En zoiets is ook met mij gebeurd.' Eerst wist hij niet precies wat er met hem gebeurde, nu had hij de woorden om te vertellen wat er aan de hand was. Het voelde alsof ik een klap in mijn gezicht kreeg.
Mijn man en ik wisten niet wat we hoorden. Zo rustig mogelijk probeerde ik hem uit te horen. Hoe dan? En met wie? Wat is er dan precies gebeurd? In eerste instantie dacht ik dat hij het over een jongen uit zijn klas had, maar al snel besefte ik dat het ging om de veertienjarige zoon van een goede kennis. Op dat moment gingen alle alarmbellen bij me af. Ineens vielen alle puzzelstukjes op zijn plek. Daarom was onze zoon de afgelopen twee jaar zo van slag. Terwijl ik tegen mijn tranen vocht, troostte ik hem. Ik vertelde hem dat het misbruik moest stoppen, dat dit nooit had mogen gebeuren.
Toen ik hem op bed had gelegd, belde mijn man de ouders van die jongen. Gelukkig geloofden zij ons op ons woord, onze zoon had ook zo gedetailleerd omschreven wat er allemaal was gebeurd. Ze beloofden ons dat ze direct het gesprek met hun zoon zouden aangaan en passende hulp zouden zoeken. Dat hebben ze ook echt gedaan.
De dag erna zat ik met mijn handen in het haar. Wat moest ik doen? Ik voelde me ongelofelijk schuldig. De hele tijd vroeg ik mezelf af of ik het had kunnen voorkomen. Het misbruik vond immers altijd plaats op de momenten dat wij erbij waren. Zoals die ene keer in de tent op vakantie of als ze op een verjaardag een kwartiertje boven zaten te gamen. Uiteindelijk vroegen we Veilig thuis om informatie. Zij gaven aan dat ze zich niet druk maakten om onze zoon. Jonge kinderen groeien daar wel overheen, kregen we te horen. Over de dader maakten ze zich wel zorgen. Het gedrag dat hij op zijn leeftijd vertoont, hoort niet. Daar moesten ze mee aan de slag.
Die reactie vonden we verschrikkelijk. Wij wisten wel degelijk dat onze zoon er veel last van had. We namen natuurlijk contact op met een kinderpsycholoog, maar die wachtlijsten zijn hartstikke lang.'
Trauma’s en nachtmerries 'Nadat onze zoon had opgebiecht wat er de afgelopen twee jaar was gebeurd, vertelde hij steeds meer details over het misbruik. Hij had al die geheimen en gevoelens zo lang voor zichzelf gehouden en nu ging ineens het deksel van dat potje af. Iedere dag had hij het erover en hij kreeg steeds meer klachten. Bepaald eten voelde niet fijn in zijn mond, hij kon alleen in slaap komen als ik of mijn man op de rand van zijn bed zat en hij had last van nachtmerries. Op sommige avonden kwam hij wel vijf keer uit bed omdat hij bang was. Die jongen had immers gezegd dat hij hem pijn zou doen als hij zijn mond zou opentrekken. Het hield hem zo bezig dat we zijn school en de buitenschoolse opvang moesten inlichten. Ze reageerden heel begripvol, maar wisten tegelijkertijd niet wat ze ermee aan moesten.
'Zeg maar hoe we het moeten aanpakken,' zeiden ze. Tja, wij hadden natuurlijk ook geen idee hoe je zoiets doet. Wekenlang huilde ik mezelf in slaap. Ik vond het verschrikkelijk voor onze zoon, maar wist zelf ook niet wat ik moest doen. Daarin heb ik vooral mijn gevoel gevolgd. Als hij iets vertelde, stelde ik open vragen. Ik legde hem geen woorden in de mond en probeerde hem vooral te steunen. Die periode was zwaar, want tegelijkertijd wilde mijn werkgever dat ik de draad zo snel mogelijk oppakte. Ondertussen liep het hoofd van mijn zoon over, terwijl ze op school wilden dat hij goede punten haalde.
Van alle kanten ervaarde ik stress. Ik kreeg helemaal niet de ruimte om mijn verdriet een plekje te geven. Mijn man en ik misten in deze periode iemand die de ouders begrijpt. We gingen wel naar een psycholoog, maar zij had zelf nog weinig levenservaring. Ze wist goed vanuit de theorie hoe ze onze zoon moest behandelen, maar hoe wij als ouders er het beste mee om konden gaan, wist zij niet. Dat namen we haar helemaal niet kwalijk, maar dat misten we wel. Je wil het er graag met iemand over hebben die het snapt, die het uit ervaring begrijpt. Dat is er gewoon niet.
Ik kon nergens terecht en kreeg op een gegeven moment ook zelf last van nachtmerries en angsten. Dan droomde ik dat die jongen woedend bij ons voor de deur stond. En als ik op straat of in de supermarkt een veertienjarige jongen zag met hetzelfde postuur als de dader, schrok ik me rot. Tegelijkertijd moest ik me sterk houden voor onze zoon. Er waren momenten dat ik vanuit radeloosheid huilend aan de telefoon hing bij de kinderpsycholoog. Natuurlijk begreep ik dat er een wachtlijst was en onze zoon niet gelijk behandeld kon worden, maar wij hadden nu hulp nodig. We moesten weten of we het als ouders goed aanpakten met hem. Het voelde alsof we aan ons lot werden overgelaten.
Uiteindelijk belandde ik op de website van het Centrum seksueel geweld (CSG) en daar had ik heel fijn contact met een medewerker. Zij nam uitgebreid de tijd om naar ons verhaal te luisteren en bevestigde dat mijn man en ik het goed deden met onze zoon. Ze raadde aan om het boek Dichtbij huis te lezen, over het steunen van je kind na seksueel misbruik. Dat gaf ons handvatten en tips over wat we moesten doen. Zo hebben we uiteindelijk een afspraak met de zedenpolitie gemaakt en een melding gedaan van het seksueel misbruik. We besloten om geen aangifte te doen, omdat het om een minderjarige gaat. Met de ouders van de jongen hebben we nu geen contact meer. Er zijn over en weer wel wat updates gestuurd, maar van een vriendschap is geen sprake meer. Dat is te pijnlijk.'
Meer bewustwording 'Onze zoon kon uiteindelijk na drie maanden terecht bij de psycholoog. Helaas was hij toen niet meer zo open als voorheen. Het deurtje was alweer dicht. Hij vond het ontzettend spannend en wilde er alleen maar met ons over praten. Het duurde bijna een jaar voor hij zich open durfde te stellen. Uiteindelijk was de therapie heel fijn voor hem, hij kon ergens terecht en aan de slag met allerlei verschillende behandelingen.
Zelf heb ik uiteindelijk ook EMDR-therapie gekregen tegen mijn angsten. Dat was voor mij de eerste keer dat ik mezelf als mens en moeder gehoord voelde. Het afgelopen jaar is er binnen onze opvoeding het een en ander veranderd. We hebben ook nog een vijfjarige dochter en wilden het echt anders doen. Zo laten we onze kinderen nu nooit meer met oudere kinderen spelen. En een oppas van een bepaalde leeftijd komt hier ook niet zomaar binnen. Je kunt niet alles voorkomen, maar dat zijn dingen waar we ons nu niet veilig meer bij voelen.
Met de kinderen heb ik het er altijd over gehad dat je blootje voor jezelf is en dat als je oud genoeg bent je mag kiezen wie daar wat mee mag. Achteraf gezien denk ik dat we onze kinderen nog meer hadden moeten inlichten. Er zijn kinderboeken die over seksueel misbruik vertellen. Met onze dochter proberen we meer het gesprek aan te gaan. Wat doe je als een volwassene aan je lijf zit? Naar wie ga je toe? En wat zeg je dan? Ik ben van mening dat het heel belangrijk is dat kinderen dat horen.
Veel ouders vinden dat niet, zij vinden dat kinderen kind moeten zijn. Maar ik kan je vertellen: daar hebben daders dikke schijt aan. We moeten over seksueel misbruik durven praten. Want hoe los je een probleem op als er niet over gepraat mag worden? Door wat wij hebben meegemaakt en omdat ik mezelf in deze periode zo alleen voelde, heb ik Koester coaching opgezet. Ik help tegenwoordig ouders van kinderen die seksueel zijn misbruikt en geef voorlichting aan hulpverleners en scholen over trauma. De meeste mensen denken pas na over seksueel misbruik als het is gebeurd, maar dat is te laat. Ik merkte dat kennis ontbrak bij mensen.
Zo dachten ze op school bijvoorbeeld dat onze zoon niet geïnteresseerd was omdat hij veel uit het raam keek. Dat had niks met desinteresse te maken, maar met dissociatie. Hij zat dan helemaal in een andere wereld. De docenten wisten niet wat voor effect trauma heeft op kinderen. Meekomen op school gaat niet als je hoofd vol zit. Ik leer mensen niet wat je moet doen bij seksueel misbruik, daar is de GGD voor, maar ik bied wel kennis en ondersteuning. Wij hebben vaak meegemaakt dat docenten of begeleiders meehuilden met ons. Die reactie snap ik en is ook goed bedoeld, maar het is het laatste wat je als ouders kunt gebruiken.
Daarom vertel ik mensen hoe je ondersteuning aan ouders en kinderen kunt bieden, wat er gebeurt als iemand een trauma heeft en hoe je daarmee omgaat. Dit trauma verwerken is een lang traject, maar met onze zoon gaat het nu gelukkig steeds beter. Het gaat goed op school, hij heeft minder nachtmerries en maakt weer nieuwe vriendjes. Hij is vrolijker, zelfverzekerder en zingt en danst soms zelfs. Voorheen was dat voor hem echt een no-go. Hij vond het veel te spannend als iedereen naar hem keek. We zijn alles langzaam weer aan het opbouwen. Steeds vaker komt dat levendige jongetje van vroeger weer om de hoek kijken.' Dit artikel komt uit &C's januarinummer en werd eerder geplaatst in januari 2024.
Shop &C's 100e editie hier
delen
Ismay Gijsen
Ismay (1996) is verslaafd aan organize video's op TikTok, maar kan zelf niks opgeruimd houden. Haar zuurverdiende centen geeft ze het liefst uit in een restaurant of aan een item dat op haar veel te lange wishlist met skincare prijkt.