Miriam heeft drie hoogbegaafde kinderen: 'Julius was negen toen hij naar de brugklas ging'

Body & Mind

Miriam heeft drie hoogbegaafde kinderen: 'Julius was negen toen hij naar de brugklas ging'

Redactie
Door

Redactie

Gepubliceerd op

18 juli 2024 om 13:00

Bron / Fotografie

interview Anne Broekman, fotografie Dario & Misja

Gepubliceerd op

18 juli 2024 om 13:00

Bron / Fotografie

interview Anne Broekman, fotografie Dario & Misja

Miriam Niezen heeft drie kinderen die allemaal hoogbegaafd zijn. En nee, dat is niet altijd 'lekker makkelijk' en ook zij komen weleens met een onvoldoende thuis. Hoe het is als moeder van drie hoogvliegers? Dat vertelt Miriam in &C's nieuwste Oh Baby! special, en je leest hier een preview.

Miriam (40): 'Het is nooit ons doel geweest om onze kinderen zo snel mogelijk door hun schooltijd te jassen. Maar wel om ervoor te zorgen dat ze zich prettig voelen en kunnen werken op een niveau waarbij ze zich ontwikkelen – ook als mens. Daarom vind ik het belangrijk dat onze oudste zoon Julius nu een bijbaantje in een supermarkt heeft waar hij schappen moet vullen. Vindt-ie saai, maar alles is bij hem snel saai. Daar moet hij zich dan maar overheen zetten, want hij moet zich later wel redden in de maatschappij en kunnen omgaan met iedereen.

Ik zou het vreselijk vinden als mijn kinderen zich beter en intelligenter voelen dan de rest. Ze kijken niet neer op anderen, gelukkig. Ik benadruk dat zij toe waren aan bepaalde stappen omdat ze op dat niveau zaten, maar dat hen dat niet beter of specialer maakt dan een ander.'

Opschepper 'Dat alle drie onze kinderen hoogbegaafd zouden zijn, was totaal niet iets wat ik verwacht had toen ik vijftien jaar geleden voor het eerst moeder werd. Daar hield ik me niet mee bezig. Het viel me wel op dat Julius vroeg kon praten. Toen hij anderhalf was, kon ik al gesprekjes met hem voeren. Ik ben lerares en ik realiseerde me dat ik met hem spelletjes deed die ik ook in de klas deed met mijn kleuterleerlingen. Dan legde ik poppetjes onder een doek en pakte ik er eentje weg. Julius wist altijd precies welke ontbrak.

Toen Julius bijna vier was, kon hij al lezen en ook behoorlijke sommen maken, als docent wist ik dat hij op het niveau van een zevenjarige zat. Daar schrok ik van. Ik wist dat Julius enorm uitkeek naar de basisschool, dan mocht hij eindelijk echt leren – zo dacht hij. De kleuterklas zou een grote teleurstelling voor hem worden. Hij vond het al lastig als tijdens het verstoppertje spelen andere buurtkinderen nog niet tot tien konden tellen. Ik ging alvast praten op zijn toekomstige school, om te kijken wat ze hem konden bieden. Dat vond ik best spannend, want ik was bang om over te komen als zo’n moeder die komt pochen over wat haar kind allemaal kan. In Nederland vinden we dat raar, heb ik gemerkt. Als je kind een voetbaltalent is, mag je dat van de daken schreeuwen. Maar als je kind heel slim is, dan ben je een opschepper. Gelukkig werd er op school goed gereageerd en mocht Julius meteen meedoen met groep 2-activiteiten.

Lees ook: Is dat even een opluchting: dit is waarom je kinderen liever 'goed genoeg' opvoedt dan 'perfect'

Vier maanden later verhuisden we naar Singapore, waar Wytze en ik beiden gingen lesgeven op een Nederlandse school. Julius mocht daar direct naar groep 2. In groep 3 liep hij vast. Hij snapte niet dat de rest van de klas een woord als soep nog niet kon lezen en hij wel, terwijl hij de jongste was. Vaak kwam hij boos en gefrustreerd uit school. Hij verzette zich tegen regels en huilde veel. Toen hebben we Julius, op zijn zesde, bij een psycholoog laten testen, puur om te weten hoe we hem konden helpen.

Uit die test kwam een onmeetbaar hoog IQ – oftewel boven de 145. Ik wist niet eens dat dit bestond en was in shock. Maar de psycholoog zei ook: 'Je hebt vandaag geen ander kind dan dat je gisteren had.' Daar was ik blij mee. Want inderdaad: hij bleef gewoon dezelfde Julius, alleen had hij op school wat anders nodig. Er volgden gesprekken en extra testen op school, waaruit bleek dat hij groep 4 al helemaal onder de knie had. Julius wilde zo graag leren, dat we hem toen naar groep 5 hebben laten gaan.

In groep 7 beheerste Julius alle stof van de basisschool, toen was hij net acht. We verhuisden terug naar Nederland, waar we gelukkig weer een begripvolle school troffen en hij groep 7 en 8 in één jaar mocht doen. Hij was negen toen hij naar de brugklas ging. Dat vond ik afschuwelijk, om eerlijk te zeggen. Ik had geen glazen bol en kon niet weten of dit wel de juiste beslissing was voor hem. Was Julius wel weerbaar genoeg tegenover al die pubers, en zou hij niet gepest worden? Hij was ook nog eens erg klein voor zijn leeftijd.

Wytze en ik hadden hier slapeloze nachten van. Maar tegelijkertijd zag ik dat Julius hier echt aan toe was. Het bleek de juiste beslissing. Julius kende al een klasgenoot die ook iets jonger was en hij maakte meteen twee andere goede vrienden. Er werd prima op hem gereageerd, dus hij viel niet buiten de boot. Hij is nu vijftien en zit in 5 vwo, daarnaast doet hij een paar vakken op 6 vwo-niveau. We hebben veel geluk gehad met scholen die altijd met ons meedachten. Je hoort soms verhalen van ouders die hemel en aarde moeten bewegen om passend onderwijs te krijgen voor hun kind, ons bleef dat bespaard.'

Onderpresteren 'Van Olivier, nu dertien, dachten we niet dat hij hoogbegaafd was. Hij sprak vrij laat en leek minder hongerig om te leren. Ik dacht: hij is intelligent, maar niet hoogbegaafd, en eigenlijk is dat wel prima. Want heel eerlijk: het is best ingewikkeld als ouder. Olivier ging in groep 3 met steeds meer tegenzin naar school, maar we wisten niet precies waarom. Ik kreeg een naar onderbuikgevoel en had het idee dat hij onderschat werd. Daarom stapten we naar de psycholoog voor een test – ook gezien onze ervaringen met Julius.

Olivier bleek een IQ van 130 te hebben, dus net hoogbegaafd. Maar dat liet hij niet zien op school. Achteraf logisch: bij veel hoogbegaafde kinderen zie je dat ze onderpresteren, soms zelfs expres foutjes maken, omdat ze willen meedoen met de klas en niet willen opvallen. Hij zit nu in 2 vwo, dus gewoon bij leeftijdsgenoten, en daar heeft hij het goed naar zijn zin.

Lees ook: Dianne ziet over een paar jaar niets meer: 'Ineens kwam het besef dat ik mijn dierbaren niet oud zou zien worden'

Ondertussen liepen we met Aimée, nu elf, tegen hetzelfde aan als bij Julius. Op driejarige leeftijd zette ze probleemloos een Lego-robot in elkaar. Dat snelle denken herkende ik van Julius, dus de puzzelstukjes vielen op hun plek. Ook Aimée sloeg op de basisschool drie klassen over. Ze was net negen toen ze naar de brugklas ging. Inmiddels was dat voor mij iets minder heftig dan bij Julius. Ik besefte dat er geen andere weg was en had gezien hoe Julius daardoor was opgebloeid, dus dat gaf vertrouwen. Aimée kwam in een superfijne klas terecht en heeft leuke vriendinnen met hetzelfde intelligentieprofiel. Overigens is zij als enige kind in ons gezin nooit getest. Ook zonder IQ-uitslag is het duidelijk dat ze voorloopt en op een andere manier leert. Wel zijn er op de basisschool didactische onderzoeken geweest om haar niveau te bepalen.

Vooroordelen 'Ik weet niet of het 'anders' is om hoogbegaafde kinderen te hebben, ik ben dit nu gewend. Onze opvoeding is ook niet anders. Hoogbegaafd of niet, je hebt je gewoon aan regels te houden. Wat dat betreft zijn wij een heel gewoon gezin. We bespreken heus geen wereldpolitiek aan de eettafel. Ook hier wordt het liefst urenlang gegamed, zijn er discussies over wie de vaatwasser uitruimt en worden de elastiekjes van de beugels niet consequent gedragen.'

Mijn kinderen hebben uiteraard ook valkuilen. Ze willen soms te snel gaan en zijn niet gewend dat iets moeilijk kan zijn. Alles wat ze aanpakken, lukt meestal in één keer. Maar zo werkt dat niet altijd, en dan geeft dat een vreselijk gevoel. Vooral Aimée vindt bijvoorbeeld een onvoldoende op school heel erg, dat voelt als falen. Verder komen ze soms wat betweterig uit de hoek, en dat vindt niet iedereen leuk. Vaak weten ze dingen ook beter of sneller, maar ik leer ze dat ze anderen ook een kans moeten geven om tot een oplossing of antwoord te komen.

Er zijn zeker wel vooroordelen over hoogbegaafde kinderen. Zoals dat ze sociaal zwak zijn. Dat zie ik niet terug bij mijn kinderen. Vooral Julius maakt makkelijk vrienden. Ik denk dat dit beeld ontstaan is doordat veel hoogbegaafde kinderen minder goed levelen met hun leeftijdsgenoten. Aiméé en Julius klikken inderdaad beter met oudere kinderen of volwassenen, maar dat maakt hen niet sociaal onhandig. Op school zijn ze nooit gepest. Het gebeurde vroeger bij het buitenspelen in de buurt weleens dat een ander kind vroeg hoe oud ze waren en in welke klas ze zaten. Bij Julius en Aimée viel dan op dat ze in een hogere klas zaten, dus dan moesten ze uitleggen waarom dat zo was. Om vervolgens een heel ingewikkelde rekensom naar hun hoofd te krijgen die ze ter plekke moesten uitreke- nen. Dat vonden ze vervelend. Ik legde ze uit dat het voor andere kinderen heel vreemd is om een elfjarige te ontmoeten die in de derde zit, volwassenen kunnen dit al amper begrijpen.'

Pijnlijke opmerking 'Zelf kreeg ik een keer van een andere moeder de opmerking 'Wij laten onze kinderen wel kind zijn.' Dat raakte me, want ik heb mezelf ook afgevraagd of wij Julius en Aimée niet een stukje jeugd ontnamen door ze klassen over te laten slaan. Bij de middelbare school hoort immers ook leren en huiswerk maken, ik maakte me druk of dit niet te vroeg kwam voor ze. Dan is zo'n opmerking pijnlijk. Meer dan onbegrip merk ik verbazing over hoe het kan dat alle drie de kinderen hoogbegaafd zijn en dat vooral Julius en Aimée zo voorlopen. Overigens voelt Olivier zich daardoor zeker niet minder, ook niet toen zijn jongere zusje hem inhaalde op school. Hij is een nuchtere jongen die lekker zijn eigen gang gaat.

Andere ouders kunnen soms denken dat het lekker makkelijk is om kinderen te hebben die goed kunnen leren. Maar reken je niet rijk, ook ik moet achter hun gat aan zitten dat ze hun huiswerk doen. En ook hier komt er af en toe een onvoldoende binnen. Olivier vindt talen moeilijk en Julius vindt het pittiger sinds hij in de bovenbouw zit. Wat dat betreft zijn het gewone kinderen. Ze zitten echt niet de hele dag met hun neus in de boeken, en zijn gek op een dagje pretpark of een zwembad met veel glijbanen.

Ik geniet enorm van de gesprekken die we hebben. Hun interesses, het inzicht, de grappen. Ze zijn snel en adrem. Wytze en ik zijn spelletjesfanaten. Toen Julius zeven was, kon hij goed meedoen met Catan. Heerlijk vond ik dat. Mijn kinderen zijn gelukkig, mede door de stappen die we genomen hebben. Ik maak me niet meer te druk over de toekomst en besef dat ik moet kijken naar wat mijn kinderen nú nodig hebben. Ik verwacht heus geen grote academische loopbaan van ze. Julius vroeg laatst of hij ook naar de kleinkunst- academie zou mogen. Waarom niet, zei ik. Dat maakt me echt niet uit. Ik hoop dat ze een studie vinden waar ze hun ei in kwijt kunnen en een baan waarin ze zich kunnen ontwikkelen. Dat ze zich gezien en gewaardeerd voelen om wie ze zijn. Precies hetzelfde als iedere andere ouder.'

Scoor &C's nieuwste Oh Baby! nu hier!

7 ,95

delen
Redactie

De &C-redactie bestaat uit enkel vrouwen en iedereen verzamelt wel iets. Katten, memes of dates bijvoorbeeld. Ze slurpen koffie alsof er levens vanaf hangen, verruilen het diner maar al te graag in voor een snackbox van de lokale friettent en dragen heus weleens wat anders dan pastel. Wees maar niet bang.

Meer van deze auteur