Nee, ik wil écht geen kind

Body & Mind

Nee, ik wil écht geen kind

Fleur Baxmeier
Door

Fleur Baxmeier

Gepubliceerd op

8 oktober 2022 om 20:00

Bron / Fotografie

fotografie Tom ten Seldam, styling Daphne Weersink

Gepubliceerd op

8 oktober 2022 om 20:00

Bron / Fotografie

fotografie Tom ten Seldam, styling Daphne Weersink

Steeds meer vrouwen kiezen ervoor om geen moeder te worden, maar dat wil niet zeggen dat die keuze is geaccepteerd. Fleur Baxmeier is bewust kindervrij en weet er alles van.

'Mensen zonder kinderen zijn toch vaak een beetje egoïstisch, hè?’ Mijn moeder zegt het in het loopje onderweg naar de woonkamer, houten dienblad met mokken koffie en punten taart in haar hand. Het klinkt uit haar mond bijna als een constatering: het gras is groen, de lucht is blauw, mensen zonder kinderen zijn egoïstisch. Het is een reactie op het boek dat ik haar een week eerder gaf, Echte vrouwen krijgen een kind van auteur Liesbeth Smit. Ik las het in één ruk uit, opgetogen dat er eindelijk aandacht werd geschonken aan een onderwerp dat als een rode draad door mijn leven loopt, maar waar nauwelijks over wordt gesproken. Ik heb het over bewust kindervrij blijven, een keuze die steeds meer vrouwen maken. In Nederland krijgt op dit moment één op de vijf vrouwen geen kinderen, van wie meer dan de helft zichzelf als vrijwillig kinderloos beschouwt. Dat is al veel meer dan in de tijd van onze grootouders, maar je bent als niet-moeder – om er maar eens een gezellige term in te gooien – nog altijd dik in de minderheid. En dat voelt soms best eenzaam, zo weet ik uit eigen ervaring. Over alle andere grote levenskeuzes – banen, huizen, wereldreizen, ja, zelfs de aanschaf van een nieuwe auto – kun je uitgebreid sparren met je vrienden, familie, collega’s. Maar het besluit om wel of juist geen kinderen te willen lijkt een gespreksonderwerp waar veel mensen hun vingers liever niet aan willen branden.

Ik leende mijn moeder m’n exemplaar van Echte vrouwen krijgen een kind uit in de hoop een gesprek op gang te brengen. Over haar keuze om drie kinderen te krijgen. Wist ze altijd al dat ze dat wilde? Zou ze nu hetzelfde doen? Ik was benieuwd naar haar kijk op vrouwen die de bewuste keuze maken om kindervrij te blijven, specifieker: haar eigen dochter. En jazeker, ze had het boek gelezen. Maar, zo vertelde ze tijdens het snijden van de appeltaart, ze vond dat de vrouwen die aan het woord kwamen vooral veel zeurden en alleen maar aan zichzelf dachten. Dat bracht ze niet als een verwijt naar mij, helemaal niet zelfs. Toch raakte het me, omdat het symbool staat voor een groter gevoel van onbegrip.

Niet of, maar wanneer Ik ben opgegroeid in een dorp waar alle meisjes in vriendschapsboekjes standaard ‘moeder’ antwoordden op de vraag wat ze later wilden worden. Gezinnen met drie, vier of vijf kinderen waren op mijn basisschool eerder regel dan uitzondering. Als je na schooltijd met een ander kind meeging, speelde je urenlang vader en moedertje of deed je alsof je een babypop in bad stopte. Mijn eigen moeder was na twee aan technisch lego verslaafde jongens ook wel toe aan wat girlyness, dus ik had stapels barbies, een Ken-pop en natuurlijk hun liefdesbaby. Er waren voorbeelden genoeg van hoe het ‘hoorde’, maar op de een of andere manier trok buiten cowboytje spelen me altijd meer dan de poppenmoeder uithangen. Op familiefeestjes wordt graag de anekdote opgedist hoe ik als vijfjarig meisje – roze jurkje, twee vlechten, eerder verlegen dan bijdehand – op de receptie van een bruiloft voor de feestelijk geklede bruid ging staan, vol verbazing de zichtbaar zwangere buik onder haar strakke jurk bekeek en zei: ‘Ik wil later nóóit een baby.’ Ik begreep niet waarom iedereen om me heen in lachen uitbarstte en rende vlug terug naar de veilige armen van mijn vader. Maar dat dit verhaal decennia later nog gretig wordt naverteld, bewijst wel dat ik die dag iets zei wat als opmerkelijk wordt gezien. Alle emancipatie ten spijt is het moederschap nog steeds iets wat als vanzelfsprekend wordt gezien. Het is niet de vraag óf je ze krijgt, maar wanneer. Dat is eigenlijk ook niet zo gek, want elk jaar worden er alleen al in Nederland ongeveer 175.000 baby’s geboren. Gemiddeld genomen krijgt de Nederlandse vrouw 1,59 kind, ofwel: als je géén kind krijgt, ben je in de minderheid. En zoals dat gaat bij minderheden, dan heb je de goegemeente wat uit te leggen. Het is jammer dat ik niet heb geteld, maar ik moet honderden keren de vraag hebben gekregen waarom ik geen kinderen wil. Begrijp me goed: iedereen moet alles kunnen vragen, dus lekker blijven doen. Maar stel je andersom eens voor dat ik aan alle zwangere vrouwen in mijn omgeving zou vragen waarom zij wél een kind willen en je snapt meteen dat de verhoudingen een beetje scheef zijn.

Regelrechte aanval Als je ervoor kiest om kinderen te krijgen, is er niemand die je op je vingers tikt. Geen: dat kun je toch nooit combineren met je carrière, hoe denk je dat te gaan betalen, is dat niet veel te vol met z’n allen in jullie piepkleine huisje? In plaats daarvan is het een en al blijdschap: ieeeeeeks, wat een fantástisch nieuws, gefeliciteerd babe, hier, een luiertaart en wanneer is de genderrevealparty? Hoe anders is dat als je er bewust voor kiest om geen kinderen te krijgen, want dat is een vrijbrief om maar van alles en nog wat te roepen. Ik merk dat ik van mensen die ik hoog heb zitten soms ineens een veeg uit de pan krijg die ik niet zag aankomen. En zij zelf waarschijnlijk ook niet.

Waarom is dat toch? En wat kunnen we eraan doen?

Lees het in het hele verhaal in &C's 'OMG, juice!'

3 ,99

delen
Fleur Baxmeier

Journalist Fleur Baxmeier (44) was altijd bang om een kattenvrouwtje te worden – en dat is gelukt. Ze woont in Utrecht met haar harige vriendinnen Puck, Elvis en Ted. De laatste is stiekem een meisjeshond, maar dat weet ze nog niet.

Wil je ook lezen