Body & Mind
Kurt kwam na een burn-out in een gesloten kliniek terecht: 'Ik zat zo diep, een opname kon niet uitblijven'
Gepubliceerd op
29 november 2022 om 12:00
Bron / Fotografie
tekst Fleur van Benten beeld Anne Claire de Breij
Gepubliceerd op
29 november 2022 om 12:00
Bron / Fotografie
tekst Fleur van Benten beeld Anne Claire de Breij
Afgelopen maand was het Men's Mental Health Awareness Month, een maand waarin de mentale gezondheid van mannen voorop staat. Wij praten met Kurt van Houten (53) die na zijn burn-out in een depressie belandde en uiteindelijk in een gesloten kliniek terechtkwam.
Uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden bleek dat in 2020 vijftien procent van de Nederlandse mannen aangaf te kampen met burn-outklachten. En in sommige gevallen zijn die zo erg, dat ze uitmonden in een depressie. Zoals bij Kurt: hij was ondernemer en geloofde niet in burn-outs, tot hij er zelf eentje kreeg. Inmiddels weet hij: dit kan iedereen overkomen. Lees ook: Seks tegen je zin is niet oké. Ook niet in een relatie Kurt: 'In mijn ogen was iedereen die zei dat-ie een burn-out of andere psychische ontwrichting had, een loser. Vandaar ook dat ik het onzin vond toen de dokter tien jaar geleden vroeg of ik weleens van een burn-out had gehoord. Ik was naar de huisarts gegaan met vermoeidheidsklachten. Ik was vaak moe en onttrok me aan sociale verplichtingen. Dan had ik geen zin in die borrel of dat verjaardagsfeestje, dus ging ik niet. Dat kan, we zijn allemaal weleens moe, hebben allemaal weleens geen zin. Maar een burn-out, dat was niet voor mensen zoals ik. Ik had een bedrijf, vrouw, kinderen, was financieel onafhankelijk, wat wilde ik nog meer?
Ik leefde in een wereld waar burn-outs niet geaccepteerd werden, ook niet door mijzelf. Als iemand in mijn bedrijf naar me toekwam omdat diegene of diens partner een burn-out had, zei ik: 'Neem een reep chocola mee naar huis en maak er een leuke avond van. Dan is het zo weer opgelost.' Er was naar mijn idee geen reden om een burn-out te hebben. Op de burn-outvraag van de arts sneerde ik of hij weleens had gehoord van een dokter met een LOI-diploma, zo dom vond ik zijn constatering. Hij reageerde: 'Jij bent hier eerder terug in mijn spreekkamer, dan dat ik een LOI-diploma haal.' En hij kreeg gelijk: de mentale klachten werden steeds erger. Ik kwam niet meer naar buiten, zegde afspraken tien minuten voor aanvang af en wilde zelfs de post niet meer openen. Drie weken na de doktersafspraak was ik volledig uit de running: ik had een zware burn-out. Later moest ik zelfs opgenomen worden. Eerst twee keer in een open kliniek, maar de klachten werden zo erg dat ik uiteindelijk acht maanden opgenomen werd op de gesloten afdeling in een kliniek.
Stemmen Een burn-out is niet zoals een gebroken been, dat na vijf weken is geheeld als je er gips omheen doet. Als je daarin belandt, is het heel moeilijk op te lossen. Ik deed niets meer, kwam niet uit bed, was kortaf tegen mijn vrouw en kinderen, had geen sociale contacten meer. Ik kon niet onder ogen zien dat ik een burn-out had en schaamde me er heel lang voor. Het mocht er echt niet zijn. Nu weet ik wel anders: een burn-out is gewoon echt een ziekte.
Na ongeveer twee jaar ploeteren, begon ik stemmen horen te horen als gevolg van de stress. Die zeggen alles wat ik niet wilde horen: dat ik niet deugde, niet goed was, een slechte vader was, een slechte opvoeder, een slechte werkgever. En dat ik beter kan stoppen met het leven. Ik omschrijf het altijd als een reuzenrad dat niet kan stoppen. Elke keer als je denkt dat je uit kan stappen, zegt een stem: 'Ik heb een verrassing: je mag nog een rondje.' Ik heb me er heel lang voor geschaamd, want het klinkt heel gek als je zegt dat je stemmen in je hoofd hebt die je beheersen. Maar ze zijn levensecht en ik werd er gek van.
Gesloten kliniek De burn-out ging over in een depressie. Dat, en de allesoverheersende stemmen, zorgden ervoor dat ik zo diep zonk dat een opname in een gesloten kliniek niet uit kon blijven. Ik wist echt niet wat ik anders moest doen, ik zat al drie jaar in de ellende. In de kliniek kreeg ik naast therapie ook elektroshocktherapie. Samen met een stuk of zes anderen werd ik dan naar de andere kant van de kliniek gebracht. We zaten allemaal in hetzelfde schuitje, dus we konden er ook om lachen. Natuurlijk hadden we dan serieuze gesprekken, maar ook zeker lol. Je kan geen vierentwintig uur per dag ziek zijn.
Mijn vrouw kwam me elke dag opzoeken in de kliniek. Soms gewoon om alleen mijn hand vast te houden. Zij heeft mij erdoorheen getrokken. Als zij er niet was geweest, was ik er ook niet meer. Ook mijn zoons en vrienden hebben enorm geholpen. Er waren ook vrienden die zeiden: 'Stel je niet zo aan.' Dat heeft me heel veel vriendschappen gekost. Juist in een depressie heb je steun nodig van zowel vrienden als professionals. Die steun kreeg ik bijvoorbeeld vanuit mijn laatste psychiater, die geen oordeel heeft en graag meedenkt, en een van de verpleegkundigen in de kliniek, Martijn. Tijdens mijn opname legde hij op een avond een hand op mijn schouder en zei: 'Het komt wel goed, Kurt.' Meer heeft hij niet gezegd, maar die woorden had ik op dat moment nodig om te bedenken: het komt alleen goed als ik daar zelf aan ga werken. Dat gaf mij de kracht verder te gaan. Toen ik na acht maanden terug naar huis ging, was dat lastig. Mijn vrouw moest gewoon werken. En ze durfde mij niet alleen met ons jongste kind te laten, ze was bang dat er een gevaarlijk situatie zou ontstaan. Ik ben weleens de hond vergeten mee terug te nemen als we in het park waren. Met een hond is dat niet handig, maar als dat met een kind gebeurt is het onhandig in het kwadraat. Er kwam een vrijwilligster van Humanitas om op mij en mijn jongste zoon te passen. We gingen de stad in om koffie te drinken, ijsjes te eten en allemaal leuke dingen te doen, maar ik vond er helemaal niets aan. Maar zonder oppas met mijn zoontje zijn, kon toen gewoon nog niet. Ik kon toen niet eens voor mezelf zorgen. Dat was lastig om onder ogen te komen. Rode Saab Mijn leven is nu net mijn eerste auto, een rode Saab die bij elk rood licht afsloeg. Dan moest ik tien minuten wachten voordat ik weer verder kon rijden. Hij was niet te repareren, dus ik kon hem wegdoen of het accepteren. Ik koos voor het laatste. Toen ik dat vertelde zei een vriend tegen mij: 'Maar Kurt, als je nou niet met tachtig, maar met veertig door de stad rijdt, is het volgende stoplicht ook groen.' Dat doe ik tegenwoordig ook: ik ga niet meer tachtig kilometer per uur, maar veertig. Soms ga ik te hard, slaat de motor even af en moet ik weer gas terugnemen. Lees ook: Je telefoon van de brug afdonderen en nog 8 intrusieve gedachtes die jij vast ook weleens hebt Als er in de tijd van mijn burn-out meer aandacht was geweest voor de mentale gezondheid van mannen, had dat me zeker geholpen. Ik kijk er zelf nu ook 180 graden anders naar dan voor mijn depressie. Er hangt een bepaalde valse schaamte omheen, maar daar moeten we doorheen breken. Elk klein beetje aandacht helpt, of het nou een dag is of een maand zoals Men’s Mental Health Awareness Month. Tegen mannen die kampen met hun mentale gezondheid, maar er niet voor uit durven te komen, wil ik zeggen: zet je schaamte opzij, je mag zijn wie je bent. En stap over je ego heen. Zelf heb ik dat echt moeten leren: het gaat niet om de buitenkant. Er zullen altijd mensen zijn die ergens iets van vinden. Moet je daar aandacht aan besteden? Als je daar overheen stapt, is dat alleen maar stoer. Het is goed om hulp te zoeken.' Nu is hij ambassadeur van MIND, een organisatie voor mentale gezondheid. Heb jij hulp nodig? Neem dan gratis en anoniem contact op met een professionele hulpverlener van MIND Korrelatie via mindkorrelatie.nl.
delen
Redactie
@andcgramDe &C-redactie bestaat uit enkel vrouwen en iedereen verzamelt wel iets. Katten, memes of dates bijvoorbeeld. Ze slurpen koffie alsof er levens vanaf hangen, verruilen het diner maar al te graag in voor een snackbox van de lokale friettent en dragen heus weleens wat anders dan pastel. Wees maar niet bang.