Entertainment
Vicky brak met haar ouders: 'Mijn moeder gebruikte heroïne'
Gepubliceerd op
6 oktober 2021 om 18:00
Bron / Fotografie
interview Anne Broekman, fotografie Lizzy Ann
Gepubliceerd op
6 oktober 2021 om 18:00
Bron / Fotografie
interview Anne Broekman, fotografie Lizzy Ann
Ouders bieden je warmte, steun, stabiliteit. Althans, dat hoop je. Bij Vicky was dat niet het geval. Omdat de band ook niet verbeterde, verbrak ze anderhalf jaar geleden het contact. In &C’s We are family-special lees je wat daaraan vooraf ging.
Vicky (31): 'Laatst vroeg iemand aan mij of ik mijn ouders niet miste. Toen kon ik volmondig zeggen dat dat niet zo is. Soms mis ik in z'n algemeenheid het hebben van ouders, maar niet zozeer mijn ouders. Laatst was ik thuis onwel geworden en moest ik voor de zekerheid even mee met de ambulance. Op zo'n moment is het fijn om een moeder te hebben die voor je zorgt, dat miste ik toen wel. Maar ik ben blij dat ik geen buikpijn meer hoef te krijgen van berichtjes, dat ik niet meer hoef te trekken aan een dood paard. Ik voel geen innerlijk conflict meer van aan de ene kant loyaal willen zijn aan mijn ouders, en aan de andere kant keer op keer teleurgesteld worden. Dat is een enorme opluchting.
In een van mijn eerste jeugdherinneringen zit ik achter in de auto van mijn moeder. Ik was een jaar of vijf. Mijn anderhalf jaar jongere broertje zat naast mij, voorin zat een onbekende man naast mijn moeder. Hij stonk heel erg, weet ik nog. Ik zag dat hij en mijn moeder bezigwaren met een lepel, folie en vuur. 'Niet tegen papa zeggen, hoor,' zei mijn moeder tegen ons. Het zag er gek uit, en ik had geen idee waar ze mee bezig was. Er zijn ook warme, leuke herinneringen. Mijn ouders waren gek op dieren. Elk gewond of dakloos beestje namen ze mee naar huis. We hadden geiten, paarden, duiven, kippen en hangbuikzwijnen. En ze waren ondernemend – dan gingen we bijvoorbeeld vissen, met de tent op vakantie of naar een pretpark.
Toch merkte ik al gauw dat het bij ons thuis anders was dan bij anderen. Ik was een jaar of zeven toen ik bij een schoolvriendinnetje ging spelen. Haar moeder zette thee, pakte er koekjes bij en vroeg ons hoe het op school was geweest. Dat was ik totaal niet gewend,die zorg en belangstelling. Mijn moeder haalde me van school en dan reden we vaak meteen door naar een smerig pand waar zij drugs ging halen. Mijn broertje en ik moesten dan uren in de auto wachten. Niks geen thee, koekjes en gezelligheid dus. Ik weet nog dat ik een keer moest plassen en aanklopte bij zo'n drugshol. Binnen stonk het er naar pis en ongewassen lijven, overal was het vies en muf. De wc was om te kokhalzen. Ik was angstig en wist niet hoe gauw ik weer naar buiten moest gaan.
Langzaam realiseerde ik me dat mijn thuissituatie niet klopte. Als kleuter was dat een onderbuikgevoel, maar toen ik ouder werd en vergelijkingsmateriaal kreeg, werd dat steeds duidelijker. Het kwartje viel toen ik op tv junkies zag die heroïne aan het gebruiken waren. Dus dát deed mijn moeder. Dat besef vond ik vooral heel raar. Ook omdat mijn moeder er niet zo extreem uitzag als die junkies, ze is nooit uitgemergeld of erg onverzorgd geweest. Maar ze was wel veel met zichzelf bezig. We lagen weleens op de bank onder een dekentje samen een film te kijken, maar ik kan me niet herinneren dat ik geknuffeld werd. Soms gingen mijn broertje en ik zonder ontbijt of lunchpakketje naar school, omdat mijn moeder geen brood smeerde voor ons. Thuis gebruikte ze geen drugs, dat deed ze in de auto of bij anderen thuis. Maar ze was wel afstandelijk en ik nam onbewust steeds meer afstand van haar.'
Onthulling 'Als ik op mijn jeugd terugkijk, kan ik vooral zeggen dat ik me vaak onveilig heb gevoeld. Ook had ik last van een loyaliteitsconflict. Ik hield iets achter voor mijn vader, die niets van mijn moeders verslaving wist. Hij werkte in de wegenbouw en was veel weg, ook 's avonds. Omdat mijn moeder thuis niet onder invloed was, heeft hij bizar genoeg nooit iets van haar verslaving gemerkt. Het geheim vrat aan me, want eigenlijk hoor je je ouders alles te kunnen vertellen. Op mijn tiende kon ik het niet meer voor me houden en heb ik het mijn vader verteld. Ik weet niet eens meer met welke woorden, maar ik moest het gewoon kwijt. 's Avonds in bed hoorde ik mijn ouders ruziën. Ik kon ze niet verstaan, maar het was duidelijk dat het met mijn onthulling te maken had. Ik was bang dat ze uit elkaar zouden gaan, en dat dat dan mijn schuld zou zijn. Niet lang daarna is mijn moeder gestopt met drugs gebruiken. Ze is thuis afgekickt en daarna is er nooit meer over haar verslaving gesproken. Er werd gedaan alsof die nooit bestaan had. Zelf begon ik er ook niet over, uit angst om oude wonden open te rijten. Ook met mijn broertje besprak ik het niet. Ik was allang blij dat alles weer 'normaal' was. Op de middelbare school was ik vooral veel weg. Ik ging paardrijden of naar vriendinnen, alles om thuis te ontvluchten. Hoewel mijn moeder clean was, was er bij mij al zo veel schade aangericht. De hechting met mijn moeder was verstoord en mijn vader was nog steeds amper thuis. Onze relatie groeide compleet scheef. Er ontstonden veel ruzies over puberdingen, zoals het opruimen van mijn kamer. Op mijn vijftiende liep ik na de zoveelste ruzie thuis weg en heb ik drie maanden bij een pleeggezin gewoond. Mijn moeder schreef me toen twee brieven, maar die waren heel oppervlakkig. Niets over haar gevoel, maar dat ze een koelkast had neergezet. Ook schreef ze dat ze hoopte dat alles beter werd. Maar het werd niet beter.' Lees ook: Sannekes moeder werd twee maanden vermist, toen bleek dat haar vader haar had vermoord In de steek gelaten 'Na het pleeggezin woonde ik nog anderhalf jaar thuis. Het liefst wilde ik daar weg. Na mijn eindexamen zag ik een horecavacature op Vlieland, inclusief kost en inwoning. Met twee tasjes liep ik op mijn zeventiende de deur uit. Op Vlieland was ik meteen al een stuk gelukkiger. Ik voelde niet telkens de pijn van thuis, ik was vrij om te zijn wie ik was. Een halfjaar later was het toeristenseizoen afgelopen en keerde ik terug naar Friesland. 'Je komt toch niet weer thuis wonen, hè?' was de eerste reactie van mijn ouders. Ik belandde op een piepkleine studentenkamer en begon aan een opleiding. Dat eerste jaar op mezelf was zwaar. Soms dacht ik: waar heb ik dit aan verdiend? Waarom zorgen mijn ouders niet voor mij? Ik had sporadisch contact met ze en voelde me in de steek gelaten. Maar ik bleef niet hangen in zelfmedelijden, ik wilde doorpakken. Ik had gelukkig goede vrienden die mijn verhaal kenden en voor me klaarstonden. Toch miste ik soms mijn ouders, bijvoorbeeld toen ik mijn eerste huurappartement kreeg. Er moesten een vloer, gordijnen en meubels komen en ik had helemaal niets. Normaal heb je ouders die je daarbij helpen. Toen miste ik echt het ouderlijke zetje in mijn rug, het vangnet dat veel leeftijdsgenoten wel hadden. Uiteindelijk heb ik bij de bank geld geleend om mijn huis in te richten. Later kreeg ik weer iets meer contact met mijn ouders, ik sprak ze eens per maand over koetjes en kalfjes. Ze waren inmiddels naar het buitenland verhuisd. Toen ik van hun emigratieplannen hoorde, vroeg ik nog of ze iets gingen missen in Nederland. 'Neuh,' zei mijn vader. Geloof me, ook als volwassen kind doet zoiets pijn om te horen.' Weer teleurgesteld 'Vijf jaar geleden zocht ik met mijn toenmalige vriend mijn ouders op. Eigenlijk was dat best een gezellige vakantie – mijn ouders kunnen heel leuk doen als er anderen bij zijn. Niet lang na die vakantie gingen mijn vriend en ik uit elkaar. Dat ging gepaard met de nodige ruzies en mijn ex blokkeerde mij op Facebook. Mijn moeder had hem nog wel als Facebook-vriend. Ik vroeg haar of ze hem wilde verwijderen, want voor mij voelde het niet prettig als zij contact hadden. 'Jij bepaalt niet wat ik met mijn Facebook doe,' was haar reactie. Ik legde haar uit dat het mij kwetste als zij nog gezellig berichtjes met hem uitwisselde, maar ik moest me volgens haar niet aanstellen. Ze verkoos dus een jongen die ze anderhalve week gezien had boven haar eigen dochter. Dat deed me veel pijn. Ik word nog emotioneel als ik eraan denk.
Mijn ouders heb ik daarna niet meer gezien, wel stuurden we elkaar heel soms berichtjes. Ook schreef ik hen in die periode een brief waarin ik mijn gevoelens deelde. Dat ik me prettiger voelde nu we weinig contact hadden, maar dat ik dat wel jammer vond, bijvoorbeeld. Dat ik liever had gehad dat ik hen wél miste. En dat ik ze dankbaar was voor alle praktische dingen die ze mij hadden geleerd, zoals het ophangen van een plank. Daar kreeg ik helemaal niets op terug. Opnieuw een klap in mijn gezicht. Anderhalf jaar geleden kreeg ik ruzie met mijn broertje – waarover weet ik niet eens meer. Ik woonde in zijn huis en hij zette me zonder pardon op straat. Ik liet dit mijn ouders weten, maar ik kreeg een bericht terug dat ze zich er niet mee wilden bemoeien, want wij waren nu volwassen. Hoewel ik al zo vaak door hen teleurgesteld was, was dit de druppel. Voor hetzelfde geld sliep ik onder een brug, maar dat interesseerde hen blijkbaar niets. Het was voor mij de bevestiging van iets wat ik al heel lang voelde: ze begrijpen mij niet, nooit. Zij denken zó anders. Gek genoeg was dat pijnlijke besef haast bevrijdend. Ik heb mijn ouders geblokkeerd en de volgende dag een nieuw nummer genomen. Sindsdien heb ik nooit meer iets van ze gehoord. De eerste weken na de breuk had ik veel last van nachtmerries, dan zat ik rechtop in bed. Daarna had ik stille hoop dat ik nog wel een berichtje zou krijgen met excuses. Toen dat na drie maanden niet was gekomen, dacht ik: oké, dit was het dan. En ik heb de beste keuze ooit gemaakt.' Vrienden als familie 'Voordat ik met mijn ouders brak, droeg ik jarenlang zo veel spanning mee in mijn lijf. En dacht ik steeds: het ligt aan mij. Want als je liefde geeft, krijg je toch liefde terug? Ik twijfelde eraan of ik wel een goed mens was. Ik vroeg een keer aan een vriendje: 'Als mijn ouders niet eens van mij houden, hoe kun jij dan van mij houden?' Al denk ik wel dat mijn ouders op hun manier liefde voor mij voelen, maar ze weten niet hoe ze dat moeten uiten. Bij vrienden zie ik hoe intens gek ze op hun kinderen zijn en hoe close ze met hun eigen ouders zijn. Dat staat in zo’n pijnlijk contrast met mijn jeugd. Ik weet niet zeker of ik zelf kinderen wil. Moeder worden vind ik eng, al zal ik zelf nooit verslaafd raken en mijn kinderen zo in de steek laten. Het ouderschap lijkt me mooi, maar het is niet per se een voorwaarde voor mij om een gelukkig en zinvol leven te hebben. Ik wil vooral een normale, gezonde toekomst voor mezelf. Altijd voelde ik onrust. Diepgaande relaties hebben vond ik heel moeilijk. Mijn langste relatie van zes jaar was met een man die ook verslaafd was. Lekker veilig: dan hoefde ik me niet emotioneel te binden. Als iemand wel goed voor me was, maakte ik er gauw een eind aan. Kreeg ik niet snel genoeg een reactie op een appje, dan voelde ik me meteen afgewezen en trok ik een muur op. Ik stond niet in contact met mijn gevoel. Dat patroon wilde ik doorbreken. Het is lastig geweest, maar met behulp van therapie ben ik geheeld. Ik voel nu weer emoties, zoals échte blijdschap. Vroeger was ik wel blij, maar voelde ik het niet echt. Mijn vrienden steunen me onvoorwaardelijk. Zij zijn mijn steunpilaar. Toen ik op straat stond na het conflict met mijn broertje, mocht ik meteen bij een vriend intrekken. 'Ben ik dan zo’n slecht mens?' vroeg ik hem huilend. 'Alsof je dan bij mijn kinderen in de buurt mocht komen,' zei hij ontnuchterend. Mijn vrienden zijn mijn gekozen familie. Ik ben nooit bang om er alleen voor te staan, want zij zijn er honderd procent voor mij. Vroeger ging ik met kerst altijd expres werken, zodat ik niet geconfronteerd werd met het gebrek aan een warme familie. Maar nu vier ik de feestdagen met vrienden en geniet ik daar ook echt van. Voor mij dus geen verplichte nummertjes met familie. Mijn broer is ook geëmigreerd en woont bij onze ouders in de straat. Hij heeft altijd een betere band met ze gehad en heeft dingen anders ervaren. Met hem heb ik heel soms nog contact. Mijn vader steunt mijn moeder onvoorwaardelijk, zoals hij altijd heeft gedaan. Hij vindt dat ik mijn moeder gewoon moet vergeven. Zand erover en klaar, maar daar pas ik voor. De keuze om geen contact met mijn ouders te hebben komt door hen beiden. Ik neem mijn jeugd ze niet meer kwalijk, maar wel hoe ze met mij omgaan als volwassene.' Lees ook: Het kind van Anne overkwam het allerergste: 'Mijn vijfjarige zoon werd door een veertienjarige misbruikt' Verlichting 'Niet iedereen begrijpt dat je kunt breken met je ouders. 'Misschien zijn ze wel te trots om iets te laten horen,' zei iemand laatst. Nou, als ik iemand écht zou missen, zou ik die trots niet eens voelen en contact zoeken. 'Het blijven toch je ouders,' krijg ik ook weleens te horen. Dan zeg ik dat dat klopt, maar dat ik toch echt geen contact meer wil. Door zulke opmerkingen laat ik me niet meer van de wijs brengen. Het gebrek aan empathie en inlevingsvermogen dat ik continu bij mijn ouders ervaar, wil ik niet meer in mijn leven. Onze breuk heeft me verlichting gegeven. Voor mensen die heel close zijn met hun ouders is dat misschien lastig te begrijpen, maar ik ben echt een gelukkiger en compleet mens nu. Ik kan liefde geven en ben zeker niet zielig. Ik ben mezelf weer geworden. Ik ben gestart als ondernemer, heb een podcast en een boek geschreven. Soms is het beter om te breken met je familie, en dan is het leven echt niet voorbij. Absoluut niet zelfs. Ik kan weer ademen.' Dit artikel stond in &C's We are family-special, die in oktober 2021 uitkwam.
delen
Redactie
@andcgramDe &C-redactie bestaat uit enkel vrouwen en iedereen verzamelt wel iets. Katten, memes of dates bijvoorbeeld. Ze slurpen koffie alsof er levens vanaf hangen, verruilen het diner maar al te graag in voor een snackbox van de lokale friettent en dragen heus weleens wat anders dan pastel. Wees maar niet bang.