Is huren echt weggegooid geld?

Body & Mind

Is huren echt weggegooid geld?

Carmen Felix
Door

Carmen Felix

Gepubliceerd op

8 augustus 2021 om 20:00

Bron / Fotografie

fotografie Tom ten Seldam, styling Daphne Weersink

Gepubliceerd op

8 augustus 2021 om 20:00

Bron / Fotografie

fotografie Tom ten Seldam, styling Daphne Weersink

De woningcrisis is allang geen randstedelijk probleem meer. Hopeloze toestanden? Misschien, hoewel Carmen Felix ook oplossingen ziet. Ze zet ze voor je uiteen.

Wonen is een mensenrecht. En toch zijn zo’n honderdduizend mensen in ons welvarende land dak- of thuisloos. Een kwart van de huurders heeft moeite met het ophoesten van hun hoge huur. Steeds meer jonge mensen blijven noodgedwongen thuis bij hun ouders wonen. Koophuizen zijn de afgelopen vijf jaar 120.000 euro duurder geworden. Kopers zijn gemiddeld negentig keer zo rijk als huurders. Tel daar de honderdduizenden Nederlanders bij op die wel een dak boven hun hoofd hebben, maar muurvast zitten in hun huidige woning. Zelfs als ze – bijvoorbeeld door gezinsuitbreiding – uit hun voegen barsten, kunnen ze nergens heen. En dan heb je nog de gigantische groep millennials die nu huurt, al hun hele leven hoort dat huren in principe even dom is als al je geld oppinnen en het door de papierversnipperaar drukken, maar van hypotheekverstrekkers niet eens de kans krijgen om van die vervloekte huurwoning naar een eigen koophuis te gaan.

Kneiterduur

Zoals al werd gezegd: velen van ons zitten vast. Waar onze ouders vroeger nog met een eenverdienersinkomen eengezinswoning konden kopen, zijn koopwoningen in geen twintig jaar zo duur geweest als nu. En juist voor jongvolwassenen is iets (ogenschijnlijk) simpels als een eigen huis, een plek onder de zon, een onbereikbare droom. En dan zijn we nog niet eens over een tuin begonnen, stel je voor dat je een tuin kunt krijgen! 

Onlangs kwam Joris Luyendijk in het nieuws met zijn nieuwe boek De zeven vinkjes over – jawel – de zeven vinkjes, waarmee hij met een omweg intersectionaliteit en privileges omschreef. Met die vinkjes zou je kunnen berekenen hoe bevoorrecht jij bent. Zo’n systeem zou je ook makkelijk in het leven kunnen roepen voor woningzoekenden: heb je een baan in loondienst? Heb je een partner? Heb je vermogende ouders? Heb je vermogende ouders die je eventueel geld zouden kunnen lenen, geven of voorschieten? Heb je een erfenis? Heb je al een koophuis dat je met overwaarde kunt verkopen? Heb je de luxe van niet in of rondom de Randstad te hoeven wonen voor je werk? Hoe meer je af kunt vinken, hoe beter je ervoor staat. De single, freelancende huurder wiens arme ouders dood zijn, die is pas echt goed de lul. 

‘Per ongeluk’ 

Volgens stadsgeograaf Cody Hochstenbach, die het boek Uitgewoond schreef en zich op Twitter, in Tegenlicht en voor RTL Nieuws regelmatig verdiept in en uitspreekt over dit onderwerp, is deze wooncrisis niet iets wat ons ‘per ongeluk’ is overkomen. Volgens Hochstenbach is dit het resultaat van decennialang neoliberaal beleid. Volgens hem zijn politici en beleidsmakers geobsedeerd door woningbezit en geven ze weinig tot niks om betaalbaar huren. Daar komt dus die tegenstelling vandaan: de hoeveelheid twintigers en dertigers die geen hypotheek kunnen krijgen maar wel elke maand rond de vijftienhonderd euro huur ‘mogen’ ophoesten van deze maatschappij is gigantisch.

Samen met universitair docent stadsgeografie Rowan Arundel bracht Hochstenbach alles rondom huizenbezit van jongvolwassenen in kaart. De belangrijkste dingen die hieruit naar voren kwamen: het aandeel van jongvolwassenen in de koopmarkt is in hoog tempo en in bijna heel Nederland (de wooncrisis is allang geen Amsterdams probleem meer!) gedaald. De kloof tussen jong en oud, boomer en millennial en huizenbezitter en huurder wordt alleen maar groter. Die afname is het sterkst onder eind twintigers en begin dertigers. In 2011 had 52 procent van de 29-jarigen een koopwoning, in 2018 was dat nog maar 43 procent. Maar ook eind dertigers en begin veertigers hebben steeds meer moeite met het kopen van een woning. Nog een interessant getal dat hier alles mee te maken heeft: een koopwoning kostte in januari 2021 in Nederland gemiddeld 360.000 euro.

Retedure appartementen

Het voelt bijna vulgair om in één artikel de wooncrisis én eventuele oplossingen te vatten, juist omdat het zo’n breed probleem met verschillende slachtoffers en uiteenlopende oplossingen is. Oplossingen die ook makkelijker uit te leggen dan uit te voeren zijn, blijkt inmiddels. En toch proberen we het. Allereerst het veelgehoorde ‘bouwen, bouwen, bouwen’. Een uitspraak van VVD’er Daniel Koerhuis, die meende dat dit de oplossing zou zijn voor het woningtekort. Hij stootte er flink wat mensen mee tegen het hoofd. Het waren tenslotte drie kabinetten van VVD’s Rutte en zijn partijlid Stef Blok (voormalig minister voor Wonen) waaronder de nieuwbouwproductie jarenlang stokte. Daarnaast was het diezelfde (neo) liberaal (daar is die term weer) Stef Blok die in 2014 trots op een internationale vastgoedbeurs stond om buitenlandse investeerders ervan te verzekeren dat zij goed aan de Nederlandse huizenmarkt konden verdienen. Zijn exacte woorden aldaar: ‘We hebben de huurmarkt gedereguleerd. De huren kunnen nu makkelijker worden verhoogd.’

Om ruimte te maken voor sexy, retedure appartementencomplexen als investering vanuit het buitenland moet er wel één ding wijken: sociale huurwoningen. Daar valt tenslotte weinig aan te verdienen. Dus komt er een extra belasting op het bouwen van sociale huur. En dan cirkelen we weer even terug naar Koerhuis en zijn favoriete slogan ‘bouwen, bouwen, bouwen’ en dan weten we: nee, dat is niet de oplossing. Er staat genoeg beton in Nederland, we mogen er alleen niet intrekken omdat we te arm zijn. Ondanks dat er genoeg beton staat, zijn veel insiders het er toch over eens: er moeten woningen bij komen, het is alleen absoluut niet de ultieme oplossing. Zeker niet als er niks verandert aan de bouwprocedures. En als je dan bouwt: bouw dan ook huizen voor de kleinere portemonnee.

Bezemhok

Door naar de volgende potentiële oplossing: minder neerkijken op het concept huur én de huren weer omlaag. Is kopen echt beter dan huren? En is huren echt weggegooid geld? Met die instelling is je treinabonnement ook weggegooid geld, die blauw-witte burgerrups is tenslotte niet jouw eigendom maar brengt je wel elke dag van A naar B. Daarnaast pleiten veel deskundigen voor een huurverlaging juist zodat mensen die huren en toch willen kopen eindelijk de ruimte krijgen om en eigen huis mee kunnen kopen. Dat is nu nogal moeilijk namelijk.

Marja Elsinga, hoogleraar housing institutions & governance aan de TU Delft, heeft nog een andere oplossing voor het woonprobleem: kleiner wonen. Grootwoners moeten volgens Elsinga gaan wennen aan kleinere woningen. Boomers en emptynesters hebben helemaal geen twee-onder-een-kap van tweehonderd vierkante meter nodig. Maar dat jonge gezin met vier schoolgaande kinderen wel. Elsinga vraagt ook meer aandacht voor kwetsbare groepen zoals studenten die voor negenhonderd euro per maand een bezemhok huren waardoor ze dus ook geen ruimte hebben om te sparen voor een eigen huis. Ook zoomt ze graag in op het feit dat plekken als de daklozenopvang en sociale opvang vol- en vastlopen omdat er ook voor deze mensen geen betaalbare huurwoningen beschikbaar zijn.

We komen er wel

Bij het woord wooncrisis zakt de moed veel mensen tussen de twintig en vijftig al gauw in de schoenen. De kloof tussen vrienden mét en vrienden zónder een koophuis wordt groter en grimmiger. Verwijten zijn niet zeldzaam als het erop aankomt, je zult de eerste millennial niet zijn die heeft moeten aanhoren dat het je eigen schuld is dat je niks kunt kopen: jij bent tenslotte nog steeds single op je 35ste, rommelt wat aan als freelancer en koopt graag peperdure iced lattes elke dag. Tja, dat deden je ouders in 1970 niet hoor, die waren wél verstandig. In plaats van onze energie verspillen aan het proberen te laten begrijpen hoe structureel en wijdverspreid dit probleem is (verrassing, ook andere landen hebben last van woningcrisissen!), is het belangrijk dat we met z’n allen blijven praten over wat we willen. Onze eisen zijn namelijk helemaal niet zo exorbitant. Een plekje voor jezelf, dat zou fijn zijn. Een eigen slaapkamer voor beide kinderen. Misschien een schattig groen tuintje?

Het ‘fijne’ aan deze crisis is dat de oplossingen er al liggen. We kunnen meer gaan bouwen, minder koopgericht gaan leven, mikken op lagere huren en hopen dat scheefwonen ooit ten einde komt. Het is al vooruitgang als we een van deze zaken aanpakken. Dan hopen we daarnaast dat die huizenprijzen eindelijk eens gaan kelderen, remote werken echt een ding gaat worden zodat we steeds verder weg van de allerduurste plekken kunnen gaan zitten en dat het tegen de tijd dat onze kinderen op kamers willen, eindelijk een beetje meevalt. Dan komen we er wel.

Wat deze wooncrisis ons echter wel heel duidelijk probeert te maken, is dat we meer voor onze eigen mensenrechten op moeten komen. Een huis is de basis. We wonen in een prachtig, welvarend land. We hebben het goed. We kunnen dure iced lattes betalen. Sterker nog, we zouden zelfs een huis kunnen betalen, als huizen normale prijzen en beschikbaarheid kenden. Laten we daar dan ook voor strijden en een begin maken bij het secuur uitzoeken op welke politieke partij je stemt.

delen
Carmen Felix

Carmen Felix (38) is freelancejournalist, een meningenmachine en schreef het boek Je kunt het ook nooit goed doen. Ze is moeder van dochter Vesper en kat Cosmo. Elke maand schrijft ze een column voor &C Magazine.