Huisarts Emma brengt vaak slecht nieuws: 'Als ik iets heb geleerd, dan is het dat je emoties vooral niet moet wegstoppen'

Body & Mind

Huisarts Emma brengt vaak slecht nieuws: 'Als ik iets heb geleerd, dan is het dat je emoties vooral niet moet wegstoppen'

Redactie
Door

Redactie

Gepubliceerd op

2 februari 2024 om 20:00

Bron / Fotografie

interview Kim Palmaccio, fotografie Rafaël Bergman

Gepubliceerd op

2 februari 2024 om 20:00

Bron / Fotografie

interview Kim Palmaccio, fotografie Rafaël Bergman

Van politieagent en nieuwslezer tot deurwaarder en oncoloog: &C sprak vijf mensen die beroepsmatig boodschapper van slecht nieuws zijn. Zo ook Emma van Erp, die huisarts is. In korte tijd - een consult van zo'n tien minuten - moet ze vaak heftige boodschappen delen. En dat vergt veel van haar eigen emoties.

Emma (33): 'Mijn baan geeft veel voldoening. Ik help mensen met hun gezondheid, het is een dankbaar beroep. Tegelijkertijd ervaar ik het als een zware verantwoordelijkheid. Soms is het een zaak tussen leven en dood. Bij mij op spreekuur wordt de eerste bevinding onderzocht: dat gekke knobbeltje, geheugenproblemen of een onverklaarbare zwelling. Ik moet adequaat handelen en goed kunnen inschatten in hoeverre de situatie wel of niet ernstig is – en dat meestal met weinig tijd omdat standaardconsulten tien tot vijftien minuten duren.

Vaak ben ik de arts die de patiënt voor het eerst slecht nieuws brengt. Daarna volgen onderzoeken in het ziekenhuis. Als ik tijdens het eerste spreekuur al bijna zeker weet dat iets na nader onderzoek foute boel blijkt, laat ik de patiënt meteen een vervolgafspraak inplannen. Soms is een slechte uitslag redelijk onverwachts en dan breng ik het nieuws telefonisch. Ik vraag altijd of de patiënt wil langskomen, maar ik weet dat mensen daarvan kunnen schrikken en meestal meteen de uitslag willen.

Daarna komen ze op spreekuur voor verdere uitleg. Voorafgaand aan zo’n gesprek lees ik het uitslagverslag van het ziekenhuis goed door. Als er onduidelijkheden zijn, overleg ik met de arts in het ziekenhuis, bijvoorbeeld een internist of neuroloog om aanvullende informatie in te winnen. Ik stel vragen: hoe groot acht je de kans dat iets levensbedreigend is? Als ik ga doorverwijzen, wat doen jullie dan?

Mensen komen bij mij met heel veel vragen, maar daar heb ik vaak geen antwoord op, omdat die er meestal nog niet zijn. Wat daarom belangrijk is, is dat ik ze goed opvang. Praktisch zorg ik ervoor dat ik niet gestoord word, ik zeg tegen collega's dat ze niet mogen binnenkomen en neem de tijd voor zo'n gesprek. Van tevoren zet ik mezelf schrap. Ik weet dat ik een vervelende boodschap en veel onzekerheid ga geven. Soms zet ik mensen hun leven op z'n kop. Dat heb ik niet veroorzaakt, maar ik ben wel de boodschapper. Het is belangrijk dat ik de kalmte bewaar en de ruimte geef aan andermans verdriet.

Zelf ben ik ook weleens emotioneel geworden. Niet bij de patiënt zelf, maar meestal achteraf, thuis of in de auto op weg naar huis. Ik was ook verdrietig toen ik een jonge vrouw – we waren even oud – meedeelde dat de kans op genezing klein is en de kans dat ze overlijdt groot. Als je dat verdriet ziet, ook bij de jonge kindjes, en je je voorstelt dat ze opgroeien zonder moeder, grijpt dat me naar de keel.

Helaas is er niet altijd tijd om even te wandelen om zo'n gesprek van me af te zetten, mijn dagen zijn vaak volgepropt, maar praten met collega's helpt. Als ik thuiskom, bespreek ik vaak ook even de dag met mijn vriend. Hij is een fijn luisterend oor. Ik heb ook een goede vriendin die arts is, met haar heb ik aan een half woord genoeg.

Ik bel patiënten vaak ook nog even na om te praten over hoe ze zich voelen. Als ik iets heb geleerd, dan is het dat je emoties vooral niet moet wegstoppen, maar de ruimte moet geven. Dat geldt voor zowel de patiënt als arts.'

Wil je meer portretten lezen?

Shop hier &C's nieuwste editie

7 ,45

delen
Redactie

De &C-redactie bestaat uit enkel vrouwen en iedereen verzamelt wel iets. Katten, memes of dates bijvoorbeeld. Ze slurpen koffie alsof er levens vanaf hangen, verruilen het diner maar al te graag in voor een snackbox van de lokale friettent en dragen heus weleens wat anders dan pastel. Wees maar niet bang.

Meer lezen van Body & Mind

Meer van deze auteur