Hij vond het heel erg knap dat ik het volkslied uit mijn hoofd ken

Column

Hij vond het heel erg knap dat ik het volkslied uit mijn hoofd ken

Lisette Wellens
Door

Lisette Wellens

Gepubliceerd op

29 maart 2022 om 18:00

Bron / Fotografie

fotografie Anne Claire de Breij

Gepubliceerd op

29 maart 2022 om 18:00

Bron / Fotografie

fotografie Anne Claire de Breij

Lisette Wellens (34) is journalist en presentator. Ze woont samen met vriend Alwin en dochter Yael, en schrijft elke maand een column voor &C Magazine. Dit keer over haar ervaringen met ongelijkheid, en hoe ze ermee omgaat.

Ik kreeg een appje van een mij onbekend nummer: 'Goeie chick! Nu maar hopen dat ze niet te veel Artikel 1 is...' Artikel 1 was de naam van de politieke partij van Sylvana Simons. Vrij vertaald stond er eigenlijk: als ze maar geen boze zwarte vrouw met een uitgesproken mening is. Die middag had ik gesolliciteerd bij een bekend televisieprogramma en via via ontdekte ik wie de afzender was. Een eindredacteur die me blijkbaar over de redactie had zien lopen. Zonder een woord met elkaar te wisselen had hij zich een mening gevormd. Die middag las ik het meerdere keren. Negeren of reageren? En wat zou ik dan zeggen? Uiteindelijk tikte ik een gevat maar luchtig bericht. De eindredacteur reageerde opgelucht en ik wenste hem een fijn weekend. Klaar.

Maar er bleef iets knagen. Had ik niet duidelijker moeten zijn, eerlijker? Dan maar niet aardig gevonden worden. Want het was niet de eerste keer dat ik op basis van mijn uiterlijk in een bepaald hokje belandde. En helaas ook niet de eerste keer dat ik koos voor de weg van de minste weerstand. Als kind van een zwarte moeder en een witte vader balanceer ik op een vreemde lijn. Niet wit en niet zwart. Allebei een beetje. Dus ook allebei net niet. Mede daardoor was mijn innerlijke stem extreem goed getraind in het negeren van kleine racistische speldenprikjes. 'Jij hoort vast bij het diversiteitsklasje voor mensen zonder journalistieke achtergrond?' werd me eens bij de grootste publieke nieuwsorganisatie van Nederland gevraagd. Het vastgrijpen van mijn haar terwijl ik bij diezelfde omroep nietsvermoedend achter mijn bureau zat, zal ik ook niet snel vergeten. Net als de 'O wauw, het is eigenlijk heel zacht' die er meteen op volgde.

'Je bent vast de eerste uit je familie die is gaan studeren?' spookt ook nog regelmatig door mijn hoofd. Maar het vaakst denk ik terug aan het moment waarop ik tijdens een EK voetbal in de kroeg zo ongeveer een staande ovatie kreeg van een oudere Amsterdammer die het echt heel erg knap vond dat ik het volkslied uit mijn hoofd ken. Het mantra 'Vast niet zo bedoeld, wat een stom grapje, maar niks aan de hand' zat er zo bij mij ingebakken dat het nieteens bij me opkwam er iets van te zeggen.

Tot de zomer van 2020. Vanaf 25 mei, de dag waarop George Floyd tijdens een arrestatie op gruwelijke wijze werd gedood, stroomden de straten in Amerika vol. Net zoals mijn inbox. Voor veel witte vrienden, collega's en kennissen bleek ik hun enige connectie met de 'zwarte' wereld. Ze wilden de protesten beter begrijpen. Had ik in ons land ook weleens wat gemerkt van racisme? Die zomer vertelde ik over al die op het eerste gezicht onschuldige opmerkingen die pijn doen, al 'is het maar een geintje' of beweer je 'geen kleur te zien'. Ik voerde discussies en ging lastige gesprekken niet uit de weg. Alsof alles wat ik jarenlang binnen had gehouden ineens een weg naar buiten vond. Het werd de zomer dat ik me leerde uitspreken. Waarin ik besloot niet meer te zwijgen. Niet meer te knikken. De zomer waarin ik eindelijk mezelf kon zijn.

Deze column lees je ook in &C's jubileumnummer.

delen
Lisette Wellens

Lisette Wellens (35) is journalist en presentator. Ze woont samen met vriend Alwin en dochter Yael, en schrijft elke maand een column voor &C the magazine.

Wil je ook lezen