Anna Karolina #198: Isabella en Anna

Column

Anna Karolina #198: Isabella en Anna

Anna Karolina
Door

Anna Karolina

Gepubliceerd op

26 maart 2022 om 19:00

Bron / Fotografie

fotografie, concept en styling Studio Mals

Gepubliceerd op

26 maart 2022 om 19:00

Bron / Fotografie

fotografie, concept en styling Studio Mals

Anna schrijft iedere week over haar zoektocht naar de ware (meeslepende) liefde die als een stevige rode draad door haar leven loopt. Isabella zoekt Anna op in het ziekenhuis, maar het bezoek gaat niet volgens plan.

Isabella is geen vrouw die makkelijk vrienden maakt, en al helemaal niet met andere vrouwen. Niet dat ze echt een reden heeft om vrouwen niet te mogen, maar ze weet hoe vrouwennijd onderling werkt en daar heeft ze tegenwoordig totaal geen zin in. Iedere keer weer hoorde ze dat er verhalen de ronde deden over haar, en die kwamen altijd toevallig bij een vrouwelijke collega vandaan. Nooit kon ze er echt de vinger op leggen wat het was dat haar tot het pispaaltje maakte, maar ergens, diep vanbinnen, wist ze dat het voor sommigen een soort fatale concurrentiestrijd werd die ze niet van haar konden winnen. Toen ze Sebastiaan als partner kreeg aangewezen voor een undercover klus was het hek helemaal van de dam. Hij was en is de meest begeerde agent van het corps. 

Voor Sebastiaan zou ze alles doen, alles. Dus nu haar gevraagd is Anna op te zoeken en haar in veiligheid te brengen, doet ze dat. Zonder verder vragen te stellen.

Met ferme passen stapt ze het gebouw in. De geur van het ziekenhuis doet haar terugdenken aan haar overleden vader. De pijn die ze voelde als meisje van negen voelt nog zo vers en intens, dat ze de gedachte aan hem uit haar hoofd moet bannen, om maar door te kunnen blijven lopen en niet in elkaar te zakken op de witte tegels. De gangen, het gedempte geroezemoes, en de geur, die geur. Ze graait in haar tas naar een neusspray en verdoezelt daarmee haar herinnering. Al snel vindt ze de kamer en stapt naar binnen.

‘Anna.’ 

Een vrouw die ze nooit eerder heeft gezien ligt sereen, met gesloten ogen en haar ranke handen over haar buik gevouwen in het witte ziekenhuisbed. Isabella trekt de stoel naar zich toe en gaat zitten. Ze bestudeert haar centimeter voor centimeter en voelt uit het niets een kleine steek van jaloezie. Er wordt van deze vrouw gehouden, echt gehouden. Op de manier zoals zijzelf dat nog niet heeft mogen ervaren. Niemand heeft ze toegelaten tot haar hart. Niemand. Zolang ze niemand erin laat, kan niemand het breken en verwoesten. Makkelijk zat.  

‘Wie, wie ben jij?’ 

‘Anna, ik ben gestuurd door Sebastiaan, door Damir. Ik weet niet hoe jij hem noemt.’ 

‘Damir.’ 

Anna doet een poging omhoog te komen, maar zakt vrij snel weer terug in het kussen. 

‘Waar is hij? Ik heb niks meer van hem gehoord. Weet hij dat ik een ongeluk heb gehad? Nogmaals, wie ben jij en hoe heb jij me hier gevonden?’ 

‘Rustig nou maar. Volgens mij moet je even ademhalen en rustig worden. Ik ben hier omdat je in gevaar bent. Je moet zo met me mee.’ 

‘Bedoel je Daan?’ 

‘Nee, niet Daan, daar weet ik niks vanaf. Je bent in gevaar voor serieuze types die op zoek zijn naar alles en iedereen om Sebastiaan, Damir, te pakken. Jij bent zijn zwakte. Als ze jou vinden betekent dat het einde van hem. Ze maken hem af Anna, je moet met me mee.’ 

‘Waar is hij?’ 

‘Hij zit vast. Op verdenking van poging tot moord.’ 

Met een schuldige blik kijkt Isabella Anna aan. Dit stukje informatie had ze wellicht even achterwege kunnen laten.  

‘Moord! Dat geloof ik niet.’ 

‘Is ook niet waar. Ik heb het verzonnen. Ik moest iets verzinnen om hem op een veilige plek te krijgen.’ 

Het blijft even stil.  

‘Haal me hier weg. Vraag me niet waarom, maar ik heb het gevoel dat ik je geloof en dat je de enige op dit moment bent die me hier weg kan krijgen. Ik moet weg. Mijn man is gek geworden en lijkt bezeten door iets. Ik weet niks van die types af, waar je het over hebt, maar zo te horen kan ik daar inderdaad maar beter geen kennis mee maken. Je moet me helpen. Kom, hijs me omhoog.’ 

Isabella kijkt onrustig om zich heen en ziet een rolstoel in de hoek van de kamer. 

‘Kom, ga hierin zitten, dan rijden we rustig naar buiten. Daar heb ik mijn wagen, dan zijn we zo weg. Gaat dat lukken denk je?’ 

Anna knikt en slaat haar beide benen over de rand van het bed. 

‘Jij bent Isabella of niet? De vrouw van Damir.’

‘Ik…’

‘Wat is hier aan de hand?’ 

De stem van Daan klinkt hol en beide kijken ze verschrikt op richting de deur. 

Wordt vervolgd.

delen
Anna Karolina

Anna schrijft iedere week over haar zoektocht naar de ware (meeslepende) liefde die als een stevige rode draad door haar leven loopt. Elke zaterdagavond om 19.00 uur lees je een gloednieuwe aflevering op &C the website.

Meer van deze auteur