Anna Karolina #195: Daans wrede plan

Column

Anna Karolina #195: Daans wrede plan

Anna Karolina Caban
Door

Anna Karolina Caban

Gepubliceerd op

5 maart 2022 om 18:00

Bron / Fotografie

fotografie, concept en styling Studio Mals

Gepubliceerd op

5 maart 2022 om 18:00

Bron / Fotografie

fotografie, concept en styling Studio Mals

Anna schrijft iedere week over haar zoektocht naar de ware (meeslepende) liefde die als een stevige rode draad door haar leven loopt. In het ziekenhuis komt Anna erachter dan Daan heeft gelogen. Dit moet ze Damir vertellen, maar ze krijgt hem niet te pakken.

Ik weet al te goed dat ik nooit, maar dan ook nooit bij Daan kan blijven. Of wil blijven. Gaandeweg is er zoveel stuk gegaan, wat nooit meer geheeld kan worden. Maar hem achterlaten nu, nu hij in een rolstoel zit, is ondenkbaar. Ik ben te zwak om überhaupt zelfstandig uit bed te komen, laat staan om mijn spullen te pakken en weg te gaan. 

'Ik ga niet nu Daan, ik laat je niet alleen.'

'Anna, het spijt me zo van de baby. Ons kindje.'

'Het was ons kindje niet.'

Gevoelloos en bits komen de woorden uit mijn mond. Woede overheerst mijn medeleven. Daan is degene geweest die het ongeluk heeft veroorzaakt. Hij is de schuld van het leed dat zowel hij als ik nu ervaren. En Damir als hij het nieuws hoort. 

Ik voel dat mijn hoofd uit elkaar gaat knallen van de koppijn. Ik moet dit vreselijke nieuws nog met Damir delen. Onze toekomst, ons leven dat juist nu ging beginnen, ligt aan duigen. 

'Wie heeft mijn mobiel?'

'Je mobiel?'

'Ja, mijn telefoon. Ik moet dringend bellen.'

'Schat, dat is allemaal zoekgeraakt tijdens het ongeluk.'

'Verdomme.'

Daan legt zijn handen op zijn knieën en ik slik. Er hangt zoveel verdriet en pijn in deze kamer dat ik er benauwd van word.

'Daan, kan je me alsjeblieft alleen laten. Ik ben zo moe, en ik heb zo'n onwijze hoofdpijn.'

Hij rijdt weg en ik grijp naar de telefoon naast mijn bed. Het nummer van Damir kan ik wel dromen en ik typ de cijfers met grote snelheid in. De telefoon gaat over maar ik hoor direct de voicemail. Na vier pogingen geef ik het op. Ik zak weer terug in het kussen en leg mijn handen over mijn onderbuik. 

'Sorry kleintje, sorry dat ik je niet heb kunnen beschermen. Het spijt me zo. Mijn…'

De tranen stromen en stromen en ik voel me helemaal leeg. Ik heb veel momenten in mijn leven gekend waarop ik dacht dat het niet erger kon, maar dit is zeker mijn allerdiepste dal. 

'Mevrouw, gaat het met u? U moet rusten om aan te sterken. Denk alsjeblieft aan u en uw kindje.'

Geheel in de war kijk ik in de ogen van de verpleegster. 

'Ons kindje is dood. Hoe durft u.'

'Pardon?'

De verpleegster loopt met snelle passen richting het bed en kijkt op de kaart. 

'Nee, nee, dat heeft u niet goed. U bent nog steeds zwanger. Het is nog een erg klein wondertje, maar het leeft.'

'Maar Daan, de man die hier zonet was, in de rolstoel, hij zei dat…'

'Mevrouw, het ongeluk heeft veel schade aangericht. U moet beiden rustig aan doen. Meneer was erg bang voor u en uw kindje. Ik denk dat meneer nog in de war is van alles. Hij wilde het liefst naar huis, maar we houden hem liever hier nog ter observatie. Hem overtuigen om zich in een rolstoel te verplaatsen was nog een heel karwei. Het liefst had hij u en zichzelf weer naar huis gereden. Maar dat mag niet gebeuren. Hij moet nog zeker twee nachten blijven. Hij mag niet zelfstandig lopen. Zijn hersenfuncties reageren niet geheel normaal. Wilt u dat ook nog even duidelijk communiceren naar hem toe?' 'Maar, maar u zegt dat Daan gewoon kan lopen?'

'Ja.' 

'Weet u dat echt zeker?'

'Ja. U maakt zich te veel zorgen. Alles komt goed met jullie beiden.'

De zuster verlaat mijn kamer en ik grijp weer naar de telefoon naast het bed. Ik moet Damir spreken en hem vertellen wat er is gebeurd. Hij moet me hier komen halen. Ik kan hier niet langer blijven. Niks aan dit voelt goed. 

De onverwachte nieuwe stoot aan energie giert door mijn aderen. Ik moet aansterken, ik moet voor mezelf zorgen, voor ons kindje. Niks is nog verloren. 

'Hallo?'

Een vreemde mannenstem klinkt aan de andere kant van de lijn.

'Ik, ik ben op zoek naar Damir.'

'Damir?'

'Sebastiaan bedoel ik, ik zoek Sebastiaan.'

'Die zit vast en die komt er voorlopig…'

'Wat doe je Anna? Je moet uitrusten.'

Daan pakt de hoorn uit mijn hand en legt deze weer zachtjes op de haak.

Wordt vervolgd.

delen
Anna Karolina Caban

Anna, schrijver van de erotische thriller 'Vrijspel', schrijft iedere week over haar zoektocht naar de ware (meeslepende) liefde die als een stevige rode draad door haar leven loopt. Elke zaterdagavond om 19.00 uur lees je een gloednieuwe aflevering op &C the website.

Meer van deze auteur