Ik vind het moeilijk om kinderhaters te haten

Column

Ik vind het moeilijk om kinderhaters te haten

James Worthy
Door

James Worthy

Gepubliceerd op

12 september 2023 om 20:00

Bron / Fotografie

fotografie Aisha Zeijpveld

Gepubliceerd op

12 september 2023 om 20:00

Bron / Fotografie

fotografie Aisha Zeijpveld

Vroeger kwam ik ze alleen tegen in de boeken van Roald Dahl. Van die mensen die niet onder stoelen of banken steken dat ze kinderen haten. Kinderhaters.

Zo heel af en toe spot ik er een in het vliegtuig. Kinderhaters zijn dol op vliegen. Ze zitten met hun gordel om te wachten tot een baby tandpijn of buikkrampjes krijgt en dan begint het zuchten. Afkeurend gezucht met huizenhoge wenkbrauwen.

De kinderhater zucht zoals de rattenvanger van Hamelen fluit. Hij of zij zoekt naar een nieuwe generatie volgelingen. Door middel van het nagenoeg hypnotiserende gezucht probeert de kinderhater andere mensen te bekeren tot het haten van kinderen.

Gisteren zat ik met mijn zoon in een restaurant. Hij had zin in goede pasta en ik had zin om hem te verwennen, omdat hij het zo ontzettend goed doet op school. Ik zag de man al zitten. Hij was hoofdschuddend het kindermenu aan het lezen. 'Waarom hebben jullie in godsnaam een kindermenu? Vroeger hadden jullie geen kindermenu! Over vroeger gesproken, ik kreeg nooit een kindermenu. Ik at gewoon wat er was. Het was eten of gegeten worden,' zei hij tegen de ober die beleefd wist te blijven.

Haat is bijna altijd familie van jaloezie. Daarom vind ik het moeilijk om kinderhaters te haten, want ik ben niet jaloers op ze. Kinderen haten is hetzelfde als de zon haten. Mijn zoon slurpte op hemelse wijze zijn spaghetti naar binnen. Dat is hoe je pasta eet. Luid en zonder enige vorm van gêne. Pasta eten moet een feestje zijn en de spaghettislierten zijn de slingers die aan je kin moeten hangen.

Er volgde nog een zucht. Het was een vermoeide en eenzame zucht. 'Zo kan ik toch niet eten, jongens?' piepte hij. Ik negeerde hem en plukte een plakje venkelsalami van mijn pizza. Vijf minuten later liet mijn zoon per ongeluk zijn mes op de grond vallen. 'Nu is het klaar! Zo. Kan. Ik. Niet. Eten!' schreeuwde de man. 'U zit nog helemaal niet te eten, meneer. Er staat alleen een flesje cassis op uw tafel,' zei ik.

'Je vergeet mijn mandje met stokbrood en dit schaaltje bevroren kruidenboter. Ik ben wel degelijk aan het eten. Nou, ik zou aan het eten kunnen zijn, maar de kruidenboter is dus bevroren,' zei de man, voordat hij nogmaals zuchtte. Zijn zucht klonk een stuk minder eenzaam. 'Wilt u misschien bij ons komen zitten?' vroeg mijn zoon plotseling.

'Dat lijkt me gezellig. Ik heb nooit met mijn vader in een Italiaans restaurant gezeten. Soms is het gewoon een beetje confronterend om de kinderen van nu te zien. Ze mogen alles en ze kunnen alles. Als je maar je best doet, weet je wel? Ik kon het nooit goed doen voor mijn vader. Hij zit hier pasta te slurpen en het doet je niets. Je bent zelfs trots op zijn geslurp.' 'Ongelofelijk trots, meneer.'

De ober bracht een bord stomende pasta voor de kinderhater. Met extra geraspte kaas. De kinderhater begon pasta te slurpen als een kind. Een baard van tomatensaus vormde zich op zijn kin.

delen
James Worthy

James Worthy (42) is schrijver, journalist en columnist. Hij zette zijn eerste stappen bij jongerentijdschrift Break-Out!. Daarnaast schreef hij een hoop boeken, waarvan In de buik van de wolf de meest recente. James woont met Artie en James (de zevende) in Amsterdam. Zijn columns lees je elke maand in &C the magazine.

Wil je ook lezen