Oh Baby!
Voorbips, foef of snee? Waarom is het zo moeilijk om de vulva in kindertaal te benoemen?
Gepubliceerd op
25 november 2024 om 20:00
Bron / Fotografie
tekst Sanne Eva Dijkstra, fotografie Tom ten Seldam
Gepubliceerd op
25 november 2024 om 20:00
Bron / Fotografie
tekst Sanne Eva Dijkstra, fotografie Tom ten Seldam
Gaat het over jongens, dan zeggen we zonder blikken of blozen 'piemel'. Komt het op meisjes aan, dan overheerst plots de preutsheid. Foef, voorbips, snee, pruim: keuze te over, maar het beestje bij zijn (nou ja, háár) naam noemen? Ho maar. Journalist Sanne Eva Dijkstra dook voor &C's decembernummer in het onderwerp, en je leest hier een preview.
Als moeder van twee – een jongen (2,5) en een meisje (1,5) – ontkom ik er niet aan. Mijn kinderen hebben een geslachtsdeel en dat moet op een zeker moment benoemd worden. Bij mijn zoon zeg ik moeiteloos 'even je piemel wassen', bij mijn dochter zei ik tot voor kort… niks. Dat zat me dwars, want hoezó deed ik daar zo spastisch over? Mijn partner trok aanvankelijk nogal een gezicht toen ik opperde dat wij 'toch echt vulva' moesten gaan gebruiken en geen van mijn vriendinnen noemt het vrouwelijke geslachtsdeel tegenover hun kinderen bij naam. Ze zeggen wel piemel, met soms een uitstapje naar pielemuis. Maar vulva? Niemand.
Toen ik vroeg waarom dan niet, kwamen ze min of meer tot de conclusie dat vulva of vagina 'niet zo lekker bekt' en dat een woord als punani 'liever klinkt'. Hmm. Het woord elleboog rolt ook niet echt lekker over de tong, maar dat vervangen we niet gezellig voor boogie. En wat betreft dat lief klinken: hoewel ik het gevoel erachter begrijp, vind ik het ook nogal rolbevestigend. Ik weiger mijn dochter principieel kleding met opdrukken als 'sweet' of 'precious' aan te trekken, dus waarom zou ik haar lichaamsdelen dan wél verschattigen?
Seksuele onderdrukking Volgens Belle Barbé (specialist seksuele opvoeding) en Esther van der Steeg (consulent seksuele gezondheid NVVS en gedragswetenschapper) zijn er meerdere redenen dat we het woord vulva zo moeilijk over onze lippen krijgen. De eerste daarvan is lichamelijk, aldus Van der Steeg. 'Een piemel is duidelijk zichtbaar. Al op jonge leeftijd kunnen jongens die vastpakken, ermee zwieren en zwaaien, en een piemel wordt stijf en dan weer slap. Dat maakt dat die veel sneller onderwerp van gesprek is en dat ze er zelf ook eerder vragen over stellen. De vulva is meer verborgen, waardoor de noodzaak om die te benoemen zich meestal pas later aandient.'
Lees ook: Mooi hoor, zo'n beige kinderkamer: maar is de trend wel goed voor je koter?
Juist daarom moeten we meisjes een handje helpen om er taal aan te geven. 'Maar er is een aangeleerd ongemak bij volwassenen om het te benoemen, dus hebben we allemaal verhullende woorden bedacht voor de vulva.' 'Dat heeft echt nog te maken met de onderdrukking van vrouwelijke seksualiteit die al honderden jaren aan de gang is,' zegt Barbé. Die ongelijkheid zie je bijvoorbeeld ook terug als peuters hun eigen piemel of vulva aanraken. 'Mensen zijn bij meisjes al snel geneigd om dan te zeggen: 'Stop daarmee.' Bij jongetjes vinden we het eerder normaal of schattig, iets wat erbij hoort.' Van der Steeg beaamt dat. 'Een diep ingesleten waarde die van generatie op generatie doorgegeven wordt, is dat kuisheid belangrijk is bij meiden. Het wordt langzaamaan beter, maar die dubbele moraal, die geldt nog steeds.'
Zelfs in de naamwoorden die we gebruiken, is sprake van ongelijkheid, zeggen beide deskundigen. 'Meestal hebben we het over jongens en meisjes. Daar zit ongelijkheid in, want meisje is een verkleinwoord. Daarmee houden we meisjes ook in de taal die we gebruiken klein,' legt Van der Steeg uit. Zelf gebruikt ze 'meiden' en 'meid': 'Want taal doet ertoe in het streven naar meer gelijkheid tussen genders.'
Verhullende woorden gebruiken kan schaamte veroorzaken, omdat het de indruk wekt dat de echte termen verboden terrein zijn. Bij het normaliseren van seksualiteit en het ontwikkelen van een gezond lichaamsbeeld is het juist benoemen van de genitaliën dan ook een belangrijke stap, schrijft Barbé in haar boek 100 antwoorden bij seksuele opvoeding. Daar begin je idealiter al mee vanaf de geboorte, maar het kan ook zeker later nog. 'Het apart benoemen van de lichaamsdelen geeft kinderen de juiste informatie en leert ze dat verschillende delen verschillende functies hebben. Dat is prima in kindertaal uit te leggen. Tegen meisjes zeg je: 'Je hebt drie gaatjes: dit is je plasbuis, daarmee plas je; dit is je anus, daarmee poep je; en dit is je vagina, daar kan later een baby uit komen.'' Zo leren kinderen niet alleen hoe hun lichaam in elkaar zit en werkt, het maakt ze ook weerbaarder.
Lees ook: 1001 opvoedstijlen: wat heb je eraan, wat moet je ermee en welke is de beste?
Barbé: 'Dit is een waargebeurd verhaal: er was eens een kindje dat tegen haar kleuterjuf had gezegd: 'Pietje heeft aan mijn spekje gelikt.' En die juf zei: 'Wat doe je nou moeilijk, dan krijg je toch een nieuw spekje?' Als er iets vervelends gebeurt met je lichaam en je hebt niet de taal om dat te benoemen, of je gebruikt woorden die door anderen niet begrepen worden, dan kan het heel lang duren voordat zoiets aan het licht komt.' Het betekent niet dat kinderen daardoor minder risico lopen om grensoverschrijdend gedrag mee te maken. 'Zo simpel werkt het helaas niet. Maar áls er iets gebeurt, kunnen ze het wel sneller benoemen. En als je geleerd hebt dat vulva een gewoon woord is, weet je ook: ik mág hierover praten.'
Gezond lichaamsbeeld Ook als het over volwassen vrouwen gaat, is het woord vulva nog lang niet ingeburgerd. Kraamverzorgers hebben het niet zelden over 'het onderkantje', om maar iets te noemen. Misschien juist wel omdát de vulva minder in your face is, kan het gros van de mensen de verschillende onderdelen van het vrouwelijke geslachtsdeel niet correct aanwijzen of benoemen. Van der Steeg ziet het regelmatig gebeuren in haar spreekkamer. En ja, dat geldt net zo goed voor vrouwen.
Barbé: 'Vraag maar eens hoeveel vrouwen hun vulva weleens met een spiegeltje hebben bekeken: dat is echt lang niet iedereen.' Niet zo gek dus, dat de meerderheid nog altijd denkt dat de clitoris een klein knopje is, in plaats van een veel groter orgaan dat voor het grootste deel aan de binnenkant van het lichaam ligt. 'Pas sinds 2021 staat de clitoris in een paar biologieboeken correct afgebeeld,' zegt Van der Steeg daarover. Let wel: een paar. In al die andere boeken worden kinderen dus nog altijd verkeerd voorgelicht. En dat heeft ook op latere leeftijd gevolgen.
Wat die gevolgen zijn, bij welke naam je het beestje dan wel moet noemen en hoe je dat het best aanpakt? Je leest het complete verhaal in &C's decembernummer 'Kerst op sjiek' dat as we speak in de winkels ligt, of bestel 'm hier gewoon online - dan belandt-ie binnen no time bij jouw op de mat:
Scoor &C's decembernummer hier!
delen
Redactie
@andcgramDe &C-redactie bestaat uit enkel vrouwen en iedereen verzamelt wel iets. Katten, memes of dates bijvoorbeeld. Ze slurpen koffie alsof er levens vanaf hangen, verruilen het diner maar al te graag in voor een snackbox van de lokale friettent en dragen heus weleens wat anders dan pastel. Wees maar niet bang.