De vrouw aan de te­lefoon behandelde me alsof ik een verwend nest was

Column

De vrouw aan de te­lefoon behandelde me alsof ik een verwend nest was

Chantal Janzen
Door

Chantal Janzen

Gepubliceerd op

13 juni 2023 om 09:00

Bron / Fotografie

fotografie Noémi Sarpe

Gepubliceerd op

13 juni 2023 om 09:00

Bron / Fotografie

fotografie Noémi Sarpe

Hebben jullie ooit in een slaapkamer geslapen waar het vijftig graden was? Nee? Ik wel. En mijn kinderen ook. Drie nachten welteverstaan. Ik had niet goed op­gelet toen ik de beschrijving las van het eerste huisje dat ik huurde voor onze vakantie vorig jaar.

We keken dan ook immens uit naar de tweede helft van de vakantie. Marco's kinderen zouden de rest van de tijd bij ons zijn, dus we gingen sowieso, goddank, verkas­sen naar een groter huis. De eerste indruk daarvan was fantastisch: een geweldige locatie en nu mét air­co. Toen we de oprit opdraaiden, stond een vrouwtje ons op te wachten op het gazon.

Nou ja, gazon. Op de foto's was het een gazon, stralend groen en egaal. In het echt was het een verdord bosje stro dat ooit, in betere tijden, wellicht een gazon geweest was. En die vrouw zag er, om het aardig te zeggen, niet uit als een bijzonder opgeruimd type. Ze bleek de schoonmaak­ster te zijn en was daar om ons rond te leiden. Na drie stappen in het huis begreep ik waarom ze er was: ze moest nog schoon­maken.

Nee dus. Ze had juist schoongemaakt, zei ze. Wonderlijk, want in elke hoek zaten spinnenwebben en de zolen van mijn sneakers bleven tijdens de rondleiding verdacht vaak aan de vloer kleven. Toen we boven kwamen, ging ik bijna over mijn nek door de stank. Het leek een combinatie van zure kwark en dode rat. Dus toen ze een kamer uitliep, keek ik vlug onder een van de kinderbedden. Ik schrok me kapot. Ik dacht dat er een nest kittens onder lag, maar het bleken immense stofwolken te zijn. On­der het andere bed lagen lege ballonnen, ondefinieer­baar voedsel en een dozijn halfvergane insecten. Van de rand van de wastafel drupte een kleverige, bruine substantie zachtjes op de badkamervloer. Ik hoorde hoe Marco de vrouw bedankte en stormde naar bene­den om haar tegen te houden, maar weg was ze. En ik zat daar in het goorste huis aller tijden.

Daar had ik geen zin in, dus besloot ik te poetsen. Ik belde de vrouw om te vragen waar de stofzuiger lag. Die was er dus niet. Die nam ze altijd van huis mee, op dat fietsje. Een dweil dan? Een emmer? Hetzelfde verhaal. Er was verdomme niks. Nu begreep ik waarom het zo goor was, want hoe was het in vredesnaam mogelijk om al die spullen mee te nemen op de fiets? Niet dus. Dan moest ze maar terugkomen. Na veel tegenstribbelen beloofde ze dat. De volgende ochtend om negen uur parkeerde ze haar fiets tegen het hek en haalde ze een kleine emmer met een fles allesreiniger onder de snel­binder vandaan. Als het niet zo immens treurig was geweest, had ik waarschijnlijk de slappe lach gekre­gen, maar daar ging ze dus mee aan de slag.

Bloedchagrijnig belde ik de verhuurder. Ik geloofde écht dat ze een leger schoonmakers zou sturen en dat het dan opgelost zou zijn, maar de vrouw aan de te­lefoon behandelde me alsof ik een verwend nest was dat klaagde over de watertemperatuur van het zwembad en zag het probleem niet. Dus die avond checkten we, inmiddels met z'n zevenen, in in het enige hotel in buurt. Een belachelijk chic en belachelijk duur hotel. Dat we aan het sparen waren voor de verbouwing en dat we dat geld nu moesten uitgeven aan een hotel, negeerde ik maar even. Want het was wel schoon. Ik overweeg om dit jaar een stofzuiger mee te nemen op vakantie. En een swiffer. En allesreiniger. En honderd duizenddingen­ doekjes. Dit gebeurt me nóóit meer.

Fijne vakantie!

Scoor &C's Zomerboek nu hier!

delen
Chantal Janzen

Je weet wel, die van &C. Maar ook moeder, echtgenote, presentatrice, actrice, zangeres, danseres én wil het liefste iedereen blij maken. Lukt overigens niet altijd. Maar ze doet echt haar best.

Meer van deze auteur

Wil je ook lezen