Column
Anna Karolina #325: de wisseltruc
Gepubliceerd op
14 september 2024 om 19:00
Bron / Fotografie
fotografie Tom ten Seldam
Gepubliceerd op
14 september 2024 om 19:00
Bron / Fotografie
fotografie Tom ten Seldam
Ik had het kunnen weten. Alejandro zou me nooit zomaar loslaten.
Ik ga als een bezetene door de rekken en grijp naar de meest gekke kledingstukken. Ik moet die gasten af zien te schudden. Niemand mag weten waar ik heen ga. De meest voor de hand liggende plekken zijn natuurlijk mijn moeder of Juul, maar het zal me niks verbazen als zij al dagenlang in de gaten worden gehouden door die rare lui.
Dit is allemaal begonnen met Juul en Joost en dat hele drugsverhaal. Juul is dus geen optie. Mama ga ik never de nooit in gevaar brengen door daar ineens op de stoep te verschijnen. Haar moet ik even een geruststellend berichtje sturen straks, via een prepaid mobiel.
Mijn eigen huis? Dat is vragen om moeilijkheden. Maar dan krijg ik een ingeving. Mijn collega Lorraine. Dat mens plakte vanaf het begin al aan me en wilde dolgraag vriendinnen worden. Hoe egoïstisch het ook is van mezelf, het feit om haar te gebruiken voor een paar dagen geeft me geen schuldgevoel. Niemand zal me daar verwachten, en niemand zal daarom gevaar lopen. En zij mag doen wat ze het liefst doet: mij helpen en doen alsof we vriendinnen zijn.
Met een fuchsia combatbroek en een lila crop top aan, een crossover bag om m'n schouder en een beanie op m'n hoofd loop ik de winkel uit. Bij de kassa lagen nog wat afgeprijsde lippenstiften en met een knalrode brutale lip vervolg ik nu mijn stappen. Dit moet genoeg zijn. De mannen hebben mij alleen tussen de zandkorrels of als een grande dame in het kasteel op het eiland gezien. Zo zullen ze mij nooit herkennen. Ik zie eruit als een chick on a mission in plaats van een opgejaagde vrouw. Bluffend doe ik mijn beste catwalk loopje richting de uitgang en ik stap in de eerste de beste taxi. Ik draai me om. Niemand volgt ons. Alles ziet er rustig en volkomen normaal uit.
Ik geef het adres op van Lorraine en leun achterover. Ik wist niet dat er zoveel adem paste in mijn longen, en ik blijf een paar keer diep in en uit ademen. Als we over de Overtoom rijden buig ik me naar de chauffeur toe:
'Stop hier eventjes, wil je?'
Hij stelt geen vragen en doet wat ik zeg. Eenmaal aangekomen op de aangewezen tussenstop koop ik een prepaid telefoon plus simkaart en stap ik weer de taxi in. Het nummer van de redactie is snel online gevonden en ik bel, alsof het de normaalste zaak van de wereld is, naar mijn werkgever, die ondertussen wel moet denken dat ik of dood ben - of totaal doorgedraaid - dat ik zo'n topbaan zomaar zonder aankondiging de rug heb toegekeerd.
Ik vraag naar Lorraine onder een vals voorwendsel en hoor na een paar minuten haar irritante stem aan de andere kant van de lijn.
'Anna, nee dat meen je niet! Anna, jij bent het. Waar ben je geweest?'
'Dat is een lang verhaal. Lorraine, ik heb je hulp nodig.'
'Natuurlijk. Zeg het maar. Alhoewel, als je belt over je baan, ik denk dat je positie wel al ingevuld is door een ander.'
'Nee, dat bedoel ik niet. Ik, zou ik, zou ik een paar nachtjes bij jou mogen logeren?'
'Logeren?' ze klinkt minder enthousiast dan ik had verwacht.
'Er wordt bij mijn woning verbouwd en ik moet er echt een paar dagen uit.'
'En toen dacht je aan mij? Serieus? Dat is zo ontzettend lief,' en daar hoor ik weer haar domme irritante blije lach.
Het feit dat ze er als een domme koe intrapt maakt me onverwacht triest. Ik voel aan alles dat ik volledige gebruik maak van haar zwakte voor mij, maar dit is een zaak van pure veiligheid. Ik kan het me niet veroorloven om nu moreel verantwoord bezig te zijn. Hotels kan ik niet in, ik heb geen paspoort en kan me niet identificeren, de politie wil ik sowieso niet onder ogen komen, want het idee om Sebastiaan te zien of te horen dat hem iets is overkomen vreet me op vanbinnen. Ik moet even een paar dagen op reset drukken. Aan mezelf en alleen aan mezelf denken. En daar heb ik haar voor nodig.
We spreken af dat ze binnen een kwartier met de sleutel voor haar huis staat en met een bonzend hart blijf ik in de taxi zitten, totdat ze verschijnt. Daar zie ik haar al. In de achteruitkijkspiegel van de auto. Haar glimlach zo breed als haar hoofd. En vreemd genoeg ben ik blij om haar te zien.
Wordt vervolgd.
delen
Anna Karolina Caban
InstagramAnna, schrijver van de erotische thriller 'Vrijspel', schrijft iedere week over haar zoektocht naar de ware (meeslepende) liefde die als een stevige rode draad door haar leven loopt. Elke zaterdagavond om 19.00 uur lees je een gloednieuwe aflevering op &C the website.