Anouk kon opeens met doden praten. Stond ze zelf ook van te kijken

Body & Mind

Anouk kon opeens met doden praten. Stond ze zelf ook van te kijken

Redactie
Door

Redactie

Gepubliceerd op

27 maart 2023 om 20:00

Bron / Fotografie

tekst Anouk Kragtwijk, fotografie Tom ten Seldam

Gepubliceerd op

27 maart 2023 om 20:00

Bron / Fotografie

tekst Anouk Kragtwijk, fotografie Tom ten Seldam

Ik werd wakker in het holst van de nacht omdat er een zeeman met een zaklamp op mijn hoofd scheen. Ik had hem niet binnengelaten.

Hij droeg een rood-wit gestreept T-shirt met daaroverheen jarretels. De man had wit haar en een witte, korte baard en leek op een zoon van Kapitein Iglo en de vader van Pippi Langkous. Mijn hartslag steeg. Kramp in mijn borst. Ik schudde mijn hoofd. Poef, weg was hij.

Ik heb altijd een fascinatie gehad voor het grote iets. Sommigen noemen het God, anderen Spirit, het universum, Allah, de kosmos. Op een gegeven moment dacht ik: als we toch allemaal zelf namen mogen verzinnen, dan verzin ik ook wel wat. Ik noemde het opperwezen Jopie, omdat ik die naam associeerde met of een klusjesman die je in kunt roepen als je problemen hebt of juist zo’n doorrookte vrouw met een peuk in d’r mond en een stem van een krakende grammofoonplaat bij wie je uren in de plaatselijke kroeg je hart uit kunt storten.

Om het grote iets te grijpen, zocht ik me rot bij cursussen, mediums en in boeken. Ik kwam op plekken waar totaal onbekende mensen je net te lang omhelsden, waar mannen hun blouse net te ver open hadden staan en bij cursussen waarbij de cursusleider opeens een zoetgevooisde stem opzette en ik dan vaak dacht: doe ik een meditatie of heb ik per ongeluk een sekslijn gebeld? Plekken waar ik eigenlijk niet wilde zijn. Vaak vluchtte ik naar het toilet. Ik voelde me een stuk veiliger tussen de urinespetters van onbekende mensen dan starend in hun ogen terwijl ze zeiden: 'Je mag er zijn.'

Ik ging ook naar de Paraview-beurs, vaak gehouden in een sporthal waar het rook naar de wonderlijke mix van wierook en zweet en je vanzelf ging hallucineren door de warmte. Een plek waar alles paars was. Tafelkleden, jurken en jurken die ook een tafelkleed konden zijn. Ik kon mijn aura laten lezen, mijn irissen, mijn handen en mijn tanden.

Ik liep naar een tafeltje met een oud vrouwtje dat mijn gids zou channelen. Met bibberende vingers schreef ze de naam Sebastiaan op. 'Dat is je hoofdgids, roep zijn naam als je een vraag hebt.' Ik associeerde de naam direct met spin Sebastiaan van Annie M.G. Schmidt die werd vermoord. Fijn, dacht ik, ik heb een dode spin als gids.

Sebastiaan kreeg bij andere mediums overigens andere namen. Björn of Odin. Ik had kortom de beschikking over een heel Scandinavisch voetbalelftal. Maar bijna altijd begonnen mediums ook over mijn schrijftalent en mijn behoefte om op het podium te staan, zelfs zonder dat ze mijn naam wisten en dus konden googelen wat ik deed.

Drukke boel Zo ging het een tijdje door. Het was een spel tussen twijfel en geloven. ’s Nachts werd het ook drukker. Er kwam een oud vrouwtje met een rollator langssjokken, er stond een monnik aan mijn voeteneind, een oude man die verdacht veel leek op mijn opa keek naar een schilderij in mijn kamer. Ik googelde eens in de zoveel tijd op 'mensen zien in het donker'. Ik las over ADHD’ers die hun hoofd ‘s nachts niet goed af kunnen sluiten en daardoor hallucineren. Dat klonk plausibel, ik had ADHD.

Ik las ook op een spirituele site dat we opstijgen naar de vijfde dimensie en dat mensen daarom sneller in contact kunnen komen met de Akashakronieken. Dat was uiteraard ook een theorie. Zo’n twee jaar geleden kwam mijn zoektocht in een stroomversnelling. Ik ging zelf een mediumschapsopleiding doen. In die opleiding werden we elke twee weken gekoppeld aan een medecursist. Het was in coronatijd, dus alles was op afstand. Als je een vraag had over je leven, kon je bij de ander terecht. Je stemde je af en deelde wat er in je opkwam.

Ik zag een vrouw als klein meisje met een labrador, schuilend in de hondenmand. Dat klopte. De vrouw had vroeger een labrador en ze ging vaak bij hem in zijn bak liggen als ze troost zocht. Ik zag een vader van een cursist die in mijn beeld als kind met een kraai liep. De man bleek kraaien te hebben getemd toen hij jong was. Ik zag een opa van iemand die een geldboom liet groeien, de man bleek vroeger te investeren en zijn kleinkind daar dingen over te hebben geleerd.

Toen ik 'blind' iets moest channelen, dus zonder dat ik wist voor wie, zag ik een groep meisjes en hoorde ik: 'Gevaar, gevaar, gevaar.' De vrouw voor wie de boodschap uiteindelijk was, werd vroeger enorm gepest door een groep meisjes. Ik werd zelf gekoppeld aan een vrouw die de namen van mijn opa en oma uit de lucht plukte en daarnaast hun karakters. Ik was weggeblazen.

Toch knaagde er iets. In die opleiding kreeg ik te horen dat alles wat je doorkrijgt klopt. Dat je gevoel heilig is. Daar kon ik niets mee. De hele corona-epidemie lang zeiden spirituele mensen over het beleid of over vaccinaties: 'Het voelt niet goed.' Maar gevoel is een containerterm, hoe weet je nou zeker dat dat gevoel niet gewoon angst is? Hoe weet je zeker dat je geen egostukken laat spreken? En als je dat niet zeker weet, moet je dan niet heel erg oppassen met je boodschap? Vooral als er kwetsbare mensen naar je luisteren?

Anouk zocht verder. En kreeg antwoorden. Wat voor antwoorden?

Dát lees je in &C's april-editie

4 ,99

Anouk Kragtwijk (34) is journalist en cabaretier. Ze houdt ervan om zichzelf en anderen binnenstebuiten te keren. Haar producties gaan over vrouwen, dieren en bomen. Haar lievelingsdier is de mens.

delen
Redactie

De &C-redactie bestaat uit enkel vrouwen en iedereen verzamelt wel iets. Katten, memes of dates bijvoorbeeld. Ze slurpen koffie alsof er levens vanaf hangen, verruilen het diner maar al te graag in voor een snackbox van de lokale friettent en dragen heus weleens wat anders dan pastel. Wees maar niet bang.

Wil je ook lezen

Meer van deze auteur