Body & Mind
Moeite met gezichten voor je zien? Misschien heb jij afantasie
Gepubliceerd op
4 oktober 2023 om 19:00
Bron / Fotografie
beeld Frank Brandwijk
Gepubliceerd op
4 oktober 2023 om 19:00
Bron / Fotografie
beeld Frank Brandwijk
Stel je voor: een olifant op een roze bal met rode stippen. Moet te doen zijn. Lukt het je niet om het in te beelden? Dan behoor jij misschien tot de één tot vijf procent van de mensen met afantasie.
De ander ziet die olifant, jij ziet niks. Nada. Noppes. Een zwart gat. Mensen met afantasie kunnen zich geen dingen visualiseren. Ze willen het wel, maar kunnen het niet.
Afan-wattes? Het is nogal een mysterieus verhaal. Want hoewel het fenomeen in de 19e eeuw al werd erkend, is het nog steeds onduidelijk hoe het precies in elkaar zit. De Engelse neurowetenschapper Tara Swart vertelt aan MindBodyGreen dat het een complex iets is en dat de effecten verschillen per persoon. Zo zou het voor de een moeilijk – lees: onmogelijk – kunnen zijn om gezichten te herkennen en visuele herinneringen te hebben, maar merkt een ander het vooral doordat-ie moeite heeft met emotioneel worden bij het lezen van een boek en zich iets nieuws voor te stellen. Enthousiast worden over een zonvakantie door jezelf voor te stellen op een ligbed onder een palmboom zit er met afantasie dus niet in. Je ziet enkel en alleen duisternis. Lees ook: Voor eens en altijd: valt migraine te fiksen met piercings?
Bevallingsfoutje Lichtpuntje voor als je denkt afantasie te hebben: volgens de neurowetenschapper heeft de aandoening 'geen invloed op de intelligentie'. Je hoeft dus nu niet aan jezelf te gaan twijfelen. You're good. Waarom je dan toch minder vermogen hebt om te visualiseren dan je medemens, daar zijn wetenschappers nog niet helemaal over uit, maar volgens Swart kan het te maken hebben met je geboorte. Tijdens het bevallingsproces krijgen we als baby namelijk een reeks mini-beroertes, zegt zij, alleen is dat niet erg omdat onze hersenen als baby nog heel makkelijk herstellen. Die gaan gewoon vrolijk door met neuronen bouwen, de bouwstenen voor de hersenen. Dat vermogen van de hersenen om zich te herstellen en te regenereren noemen we neuroplasticiteit. Maar bij afantasie hebben de mini-beroertes de verbinding met visualiseren permanent aangetast. Die verbinding gaat niet meer werken, zelfs niet met die vernieuwde bouwstenen. Ook als je later in het leven te maken krijgt met hersenletsel kan er nog afantasie ontstaan. In beide gevallen is daar geen behandeling voor. Hoeft ook niet, zegt professor Adam Zeman van de Universiteit van Exeter, die in 2015 grootschalig onderzoek deed naar afantasie. 'Dit fenomeen is een normale, menselijke variatie op de menselijke ervaring. Het is geen aandoening die behandeld dient te worden.' Dat stelt gerust.
Lees ook: Feit of fabel: banaan in je smoothie vermindert de voedingsstoffen Of je afantasie hebt Even terug naar het inbeelden van die olifant. Dat is meteen de makkelijkste manier om erachter te komen of je afantasie hebt. Duw jezelf niet al te snel in een hokje (of doe dat überhaupt niet), als je ook maar iets van een wazige omtrek of een vage kleur ziet, heb je geen afantasie. Het enige wat telt is volledige duisternis.
Zijn hiermee je zorgen nog niet getemd, probeer dan The Vividness of Visual Imagery Questionnaire. Volgens neurowetenschapper Swart meet deze test de levendigheid van je visuele verbeelding heel nauwkeurig. Ook voor mensen die niet onder het kopje afantasie vallen, maar ook niet meteen die roze bal met rode stippen perfect voor zich zien.
delen
Meike van Zandvoort
InstagramMeike van Zandvoort is redacteur bij &C en schrijft omdat ze verder voor geen meter kan rekenen. Ze aait elke kat die ze op straat tegenkomt, koopt het liefst elke dag een nieuw boek en wordt het allergelukkigst van een blauwe lucht.