Jagen? Ja! De eerste geschiedenisles die je ooit leerde over vrouwen was een leugen

Want vrouwen jaagden namelijk bijna net zoveel. Sterker nog: de verdeling tussen mannen en vrouwen was waarschijnlijk gewoon 50/50. Deze aanname, dat mannen het jachtwerk deden, heeft ook beïnvloed hoe we naar de ontwikkeling van de mensheid kijken, dus hoe zit het nou echt? Lees ook: Knoei je vaak? Dan ben je dus heel intelligent (en dit is waarom) Het onderzoek Onderzoekers van de Universiteit van Michigan keken naar archeologische vondsten van 63 samenlevingen in de wereld. Ze onderzochten hoeveel vrouwen bewust jaagden en hoeveel spontaan – à la 'goh daar loopt een konijn, laat ik 'm maar meenemen' – gingen jagen. Ook keken ze naar de hulpmiddelen die werden gebruikt, en hoe groot de prooien waren. En het resultaat was zelfs voor de onderzoekers erg verrassend. Bij maar liefst 79 procent van de bevolkingsgroepen die ze onderzochten vonden ze bewijs van vrouwen die jaagden. 46 procent jaagde op kleine prooien, 15 procent op medium prooien en 33 procent op grote prooien. Die laatste 4 procent jaagde op alles. Dat alleen mannen grote prooien aan zouden kunnen 'omdat ze sterker zijn' is dus niet waar.

Teamwork is dreamwork Uit het onderzoek bleek ook dat vrouwen creatiever waren in het uitzoeken van de hulpmiddelen. Mannen kozen een wapen dat goed werkte en hielden het bij dit wapen, terwijl vrouwen vaker van wapen wisselden en een grotere collectie bij zich droegen. Vrouwen gingen ook vaker samen op pad dan mannen. Mannen leerden om zelfstandig met één wapen op jacht te gaan, maar vrouwen pasten hun skills meer toe in groepen. Zo gingen ze samen op jacht met hun man, met vrienden of met zussen. Ook jaagden ze vaker met honden en namen ze kinderen mee om ze wat bij te leren. Conclusie? De gedachte dat vrouwen thuisblijven en mannen op pad gaan voor eten of werk is al sinds het begin van de mensheid ouderwets. Weten we dat ook weer.