Wendy werd ziek van haar borstimplantaten: 'Praten ging moeizaam'

Entertainment

Wendy werd ziek van haar borstimplantaten: 'Praten ging moeizaam'

Redactie
Door

Redactie

Gepubliceerd op

19 oktober 2020 om 19:00

Bron / Fotografie

interview Kim van der Meulen, fotografie Lizzy Ann

Gepubliceerd op

19 oktober 2020 om 19:00

Bron / Fotografie

interview Kim van der Meulen, fotografie Lizzy Ann

&C PREMIUM - Siliconen gaven Wendy den Exter (41) haar zelfvertrouwen terug, maar ze maakten haar ook ziek. Zo ziek, dat ze op haar zwartste dagen niet meer wilde leven.

Wendy: 'Bewegen was vroeger geen pretje: eerst kwamen mijn borsten, dan kwam Wendy. Door mijn flinke cup dubbel D kreeg ik last van mijn knieën, nek en rug. Daarom besloot ik al op mijn zestiende een borstverkleining te ondergaan. Een grote cup B was voor mij voldoende. De operatie verliep goed en ik was blij met het resultaat, maar in tegenstelling tot wat de chirurg dacht, bleek ik toch nog niet helemaal uitgegroeid qua lengte te zijn. Door mijn groei ontstonden heel lelijke littekens en stonden mijn tepels, die ook waren verplaatst tijdens de operatie, ineens veel hoger. Jarenlang liep ik rond met verpeste borsten. Maar ze waren niet 'verminkt' genoeg om een hersteloperatie vergoed te krijgen: ik kon mijn littekens immers nog verstoppen. Dat deed ik dan ook altijd.

Tijdens mijn zwangerschap, op mijn 27ste, veranderde er iets.

Door de hormonen in mijn lijf groeiden mijn borsten natuurlijk, maar een paar weken na de geboorte van mijn tweeling – een jongen en een meisje – kakten ze in. Ik hield alleen een leeg velletje over. Help, dacht ik, moet ik zo tachtig worden, met twee van die hangende dingen vol littekens en te hoge tepels? Van dat vooruitzicht werd ik verdrietig. Ik kon al geen bikini dragen zonder me af te vragen of mijn littekens er niet bovenuit staken, nu zou ik ook moeten opletten of dat hangende vel er niet zou uitvallen. Ik besloot te sparen voor borstimplantaten en op zoek te gaan naar een chirurg die me kon helpen.'

Grote schok'Zes jaar geleden was het zover. Ik vond een goede chirurg, die goedgekeurde implantaten zou plaatsen. Dat was belangrijk, wist ik. Mijn zusje en een vriendin hadden namelijk ooit borstimplantaten gehad van een omstreden Franse fabrikant die snel konden scheuren. Dat is hen gelukkig gespaard gebleven, maar ze moesten hun protheses wel laten vervangen. Dat risico wilde ik niet lopen. Na de operatie werd ik wakker met heel grote borsten, die in een paar maanden netjes slonken en goed bij mijn lijf pasten. Wat was ik gelukkig. Mijn kleren stonden leuker, mijn tepels zaten weer op hun plek en doordat mijn borsten gevulder waren, vielen de littekens minder op.

Mijn zelfvertrouwen schoot omhoog.

Hoewel ik mentaal eindelijk lekker in m'n vel zat, kreeg ik de jaren daarna langzaam maar zeker fysieke klachten. Ik had last van mijn gewrichten en was vooral 's ochtends stijf. Een raar gevoel, dat ik niet kende. Ook kreeg ik een frozen shoulder, waardoor mijn arm bewegen heel pijnlijk werd. Ach, ik werd ook wat ouder, dacht ik. Dat moest het zijn. Tot ik eind 2018 ineens rode plekken op mijn huid kreeg, mijn nagelriemen bol stonden en mijn ellebogen rood en geïrriteerd werden. Op een ochtend werd ik wakker

met immense spierpijn in mijn hele lichaam. Ik heb nog geprobeerd om samen met mijn man naar de voetbalwedstrijd van onze zoon te fietsen, maar ik kwam bijna niet vooruit. Ik was zo moe. Van nature ben ik heel energiek, maar nu had ik nergens puf voor. Ook niet voor mijn werk bij de kinderopvang. Daar sleepte ik mezelf puur op wilskracht heen. Op sommige dagen stond ik een paar uur op de peutergroep en ging ik thuis meteen naar bed. Voor mijn gezin klaarstaan ging niet meer, ik had niet eens meer energie om er voor mezelf te zijn. Ik ging van actieve vrouw naar wrak in drie maanden tijd.

Voor mijn man en kinderen was dat een enorme schok. Gelukkig heb ik een lieve man, die heel zorgzaam is. Als ik op de bank in slaap viel, hielp hij me naar bed. Soms nam hij me mee naar buiten om een stukje te lopen, al was het maar vijf minuten om de hond uit te laten. Dan was ik in elk geval even buiten, zei hij dan. Intussen gingen we ziekenhuis in, ziekenhuis uit: ik was al bij mijn huisarts, een dermatoloog en een reumatoloog geweest. De artsen dachten dat ik een autoimmuunziekte had, maar wisten nog niet welke. Ik had zo veel klachten dat het van alles kon zijn, dus er waren flink wat onderzoeken nodig. Inmiddels zaten er op mijn rug, armen en dijbenen rare glazige, parelmoerachtige bultjes en was ik zo verzwakt dat ik geen waterkoker meer kon vastpakken. Dat was al te zwaar.'

Het zal toch niet?'Op een dag in juni viel ik om. Ik kon mijn bed niet meer uitkomen en praten ging moeizaam. Van de bedrijfsarts, die aan een burnout dacht, moest ik direct stoppen met werken. Die hele zomer bleef ik binnen. Ik kon inmiddels ook niet meer tegen de zon. Als ik buitenkwam, voelde het alsof mijn hoofdhuid en hele lijf in de fik stonden. Mijn haren begonnen ook nog uit te vallen, met bossen tegelijk. Ik verloor negentig procent van mijn lange haar. Ik voelde me verloren. Als dit het is, hoeft het van mij niet meer. Ik maak er gewoon een eind aan, dan is het klaar.

Ik heb dagen getwijfeld en met mijn man gepraat, tot ik me realiseerde dat ik twee dingen kon doen: er echt mee stoppen of ermee leren omgaan. Ik heb onze kinderen uitgelegd dat mama even niet meer kon, en heb mezelf een paar weken boven in een kamer opgesloten om alleen maar te mediteren. In stilte of met een koptelefoon op. Als mijn man werkte en de kinderen naar school waren, schreeuwde en huilde ik. Alles moest eruit, denk ik. Als ik erover praat, word ik nog altijd emotioneel. Het was de heftigste periode uit mijn leven.

Na anderhalve week mediteren was er ineens een lichtpuntje in die heel grote duisternis: ik kreeg iets meer energie. Ook hervond ik langzaam maar zeker mijn positiviteit. Ik besloot er alles aan te doen om mezelf weer overeind te krijgen. Ik ging met een psycholoog praten en begon me te verdiepen in positief denken, en wat dat kan doen voor je gezondheid. Zo leerde ik negatieve gedachten los te laten. Diep vanbinnen voelde ik: hier ga ik van afkomen. Ik wist alleen nog niet hoe en wanneer. Het balletje ging rollen toen ik aan het eind van de zomer op tv een item zag over vrouwen die allerlei vage gezondheidsproblemen hadden gekregen door siliconen borsten. Nee, dacht ik, het zal toch niet? Ik kon het niet geloven, maar veel klachten herkende ik. Met die informatie heb ik mijn artsen gebeld. Die informatie zette de artsen op het juiste spoor en na weer allerlei onderzoeken kreeg ik eindelijk te horen dat ik de auto-immuunziekte dermatomyositis had. Hierbij valt het afweersysteem van je lijf de huid en spieren aan. Het was een opluchting dat ik eindelijk een diagnose had, maar tegelijkertijd realiseerde ik me: het is maar een naam. Een pan optillen was nog steeds te zwaar en ik was nog altijd heel vermoeid. Bovendien was meer onderzoek nodig om vast te stellen of mijn siliconen inderdaad de oorzaak waren. Eén ding wist ik zeker: ik zou optimistisch blijven. Naar dat diepe dal waar ik net uit was gekomen, wilde ik absoluut niet terug.'

Bedankt, borsten'Toen de onderzoeken een halfjaar later nog steeds niet waren afgerond, maakte ik een afspraak bij een natuurgeneeskundige. Zij vond schrikbarend veel gifstoffen in mijn lijf: siliconen en latex. Er was dus wel degelijk een verband tussen mijn ziekteverschijnselen en mijn borstimplantaten. Ik was blij dat ze een oorzaak vond, maar al snel kwam het besef: die borsten moeten eruit. Dat was een grote klap. Ja, ze maakten me ziek, maar ze hadden me lange tijd ook gelukkig gemaakt. Maar ik had geen keus. Dat werd me opnieuw duidelijk toen het ziekenhuis tot mijn grote opluchting bevestigde dat mijn siliconen inderdaad de boosdoeners waren. Dat gif moest eruit. Ik wilde mijn lijf terug. In maart zou ik geopereerd worden. De plastisch chirurg zou mijn littekens wegknippen en een borstcorrectie uitvoeren. Ik keek ernaar uit, maar vond het ook spannend: hoe zouden mijn borsten er straks uitzien? Zou alles goed verlopen?

En toen kwam de coronacrisis. De operatie ging niet door.

Dat was een enorme klap. Hoelang moest ik nog rondlopen met iets in mijn lichaam wat me ziek maakte? Twee weken gingen voorbij, tot mijn plastisch chirurg me een voorstel deed. De borstcorrectie moest echt in het ziekenhuis gebeuren, dus dat zou niet lukken, maar hij kon mijn siliconen wel verwijderen in zijn kliniek, onder plaatselijke verdoving. 'Je voelt er niks van, maar je bent dan wel bij,' zei hij. Dat klonk heftig. Ik moest er een nachtje over slapen, maar wilde er zo graag van af dat ik de volgende dag al ja zei. Twee weken later kon ik bij hem terecht.

Ik heb heel bewust afscheid genomen van mijn borsten voordat ik op de operatietafel stapte. 'Bedankt, lieve borsten, voor wat jullie me de afgelopen jaren hebben gegeven,' zei ik. 'Maar ik heb jullie niet meer nodig.' Een emotioneel moment. Van de spuit heb ik niet veel gevoeld en de siliconen waren er zo uit. Het schoonmaken van de binnenkant was wel pijnlijk. Ze gaan dan met je tekeer zoals je weleens op tv ziet: schoonspoelen en schoonwrijven in alle hoeken en gaten, zodat alle holtes en de borstspieren goed schoon worden. Soms vroeg ik de arts even te stoppen. Na het hechten stond ik op en keek ik naar beneden. Het zag er zo heftig uit dat ik bijna flauwviel. Twee slappe lege zakjes – een vreselijk en onwerkelijk beeld. Waren dit mijn borsten?

In de weken daarna wisselden blijdschap om het terugkrijgen van mijn lijf en verdriet om het verlies van mijn borsten elkaar af. Tot ik mezelf herpakte. Ik dacht: ik ga naar Hunkemöller en pas gewoon alle beha's die er zijn. Mijn dochter ging met me mee, heel fijn. Het was even slikken in het pashokje, maar uiteindelijk liep ik trots de winkel uit met drie mooie beha's. Vanaf het moment dat ik die ging dragen, dacht ik: eigenlijk ziet het er niet zo slecht uit. Mijn borsten hingen nog steeds en ik had te veel vel, maar ze voelden zacht en waren van mezelf. Ik was daar zo blij mee, dat ik besloot geen borstcorrectie meer te laten uitvoeren. Het was goed zo.'

Trek aan de bel'Inmiddels durf ik te zeggen dat ik blij ben met mezelf. Mijn lichaam heeft zo veel te verduren gehad dat het afwachten is hoe het zich gaat herstellen. Ik blijf erop vertrouwen dat het goed komt, maar hoe en wanneer dat gebeurt, weet niemand. Wel merk ik dat ik mijn levenslust weer terugkrijg. Hoewel ik fysiek nog niet alles kan en nog steeds goed moet nadenken hoe ik mijn energie over de dag verdeel, zijn mijn haar en mijn nagels flink aan het groeien. Dat is een goed teken, dus ik zie de toekomst positief tegemoet.

Waarom ik zo veel klachten kreeg, weet ik nog steeds niet.

Volgens mijn artsen reageert je lichaam altijd op een lichaamsvreemde stof. Ook als je er weinig van merkt en er bijvoorbeeld alleen een droge mond door krijgt. Het lastige is dat die klachten niet direct te koppelen zijn aan die siliconen. Daarom wil ik vrouwen waarschuwen: heb je vage klachten, trek aan de bel. En wil je siliconen plaatsen, denk er dan twee keer over na. Als ik had geweten wat me te wachten stond, had ik ze nooit laten plaatsen. Toch heb ik er geen spijt van. Het klinkt gek, maar ik ben dankbaar dat dit me is overkomen. Door alles wat ik heb meegemaakt, sta ik anders in het leven: ik voel me sterk, luister naar mijn lichaam en kijk er positiever naar. Ik vind mezelf nu veel mooier.'

Dit interview verscheen in &C's oktobernummer 'Doe maar duurzaam.'

delen
Redactie

De &C-redactie bestaat uit enkel vrouwen en iedereen verzamelt wel iets. Katten, memes of dates bijvoorbeeld. Ze slurpen koffie alsof er levens vanaf hangen, verruilen het diner maar al te graag in voor een snackbox van de lokale friettent en dragen heus weleens wat anders dan pastel. Wees maar niet bang.