Column
Floor faalt: Daar stond ik, op het kabouterpad, met een kind met een zeiknatte broek
Gepubliceerd op
12 april 2023 om 19:00
Bron / Fotografie
Fotografie Ruud Janssen
Gepubliceerd op
12 april 2023 om 19:00
Bron / Fotografie
Fotografie Ruud Janssen
Floor is schrijver, journalist en &C's nieuwe columnist. Ze woont in Haarlem met haar vriend en twee kinderen en werkt aan een boek over ouderschap. Voor &C schrijft ze om de week over de grote en kleine mislukkingen, worstelingen en struikelmomenten des levens.
Hoogmoed komt voor de val. Optimisme komt voor de keiharde afstraffing. Goede hoop komt voor de koude kermis. Dat wist ik eigenlijk allemaal wel, maar ik was het blijkbaar even vergeten, die waterkoude maar zonnige donderdagochtend dat ik met mijn driejarige dochter naar het park fietste waar zij zo graag de kabouterwandeling deed. Slechts gewapend met de telefoon in mijn jaszak, de zonnebril op mijn neus en de banaan in de knuist van mijn kind. En verder helemaal niets. Geen luiertas. Geen luiers. Geen doekjes. Geen schone kleding voor je weet maar nooit.
Er zijn veel mijlpalen in het ouderschap die groots behoren aan te voelen, maar die langs mij heen gaan als een pluisje in de wind, maar deze dan toch niet. Deze kwam bij mij in al haar significantie binnen. Na zes jaar van onafgebroken gezeul met lompe tassen vol luiers, lepeltjes, bakjes, zakjes, beurse mandarijntjes, reservekleding en andere tropenjarentroep, was de dag aangebroken dat na mijn zoon nu ook mijn dochter zindelijk was, niemand meer dutjes deed, en dat ik die donderdagochtend - tromgeroffel - tasloos de deur uit was gewandeld, mijn dochter in de bakfiets had gezet en was weggereden, vederlicht en onbezorgd, voor lekkere lange middag in het park, oh gloria, wie maakt mij wat.
Bij de eerste kabouter ging het al mis.
'Ik moet plassen mama,' zei mijn dochter, terwijl ze zich vasthield aan het beschilderde houten paaltje dat ‘Kabouter Bram’ moest voorstellen. Ik keek om me heen. Het was koud, het was druk, het was onhandig.
'Oh eh, ja. Dat kan hier niet,' zei ik, alsof ik zelf geloofde dat ik het probleem daarmee verholpen had.
'Ik moet plássen, mama.'
Het cafeetje in de buurt bleek dicht. Het was te ver om heen en weer te gaan naar huis. Op de hurken dan maar, in de bosjes naast 'Kabouter Pim'. Ik hield haar vast, zij liet zich zakken en met de overgave van iemand die al net iets te lang moet, klaterde ze alles onder. Haar legging, haar onderbroek, alles. En zo stond ik daar in een park tussen de houten kabouters, met een kind in een zeiknatte broek, op die historische, historische dag, dat ik niets bij me had, behalve een zonnebril, mijn overmoed en een afgekloven banaan.
Het was de onmiddellijke en genadeloze straf voor de triomfantelijke ouder die even dacht de verdediging te kunnen laten zakken. Maar ik was hier niet helemaal naartoe gekomen om nu weer met hangende pootjes rechtsomkeert te gaan, nondeju.
Wat volgde was een koortsachtige tocht, de bakfiets op, het park uit, een winkelcentrum in, naar de dichtstbijzijnde Zeeman voor een nieuwe onderbroek en een maillot, terug naar de bakfiets voor een haastige omkleedsessie, naar de bakker voor een zak krentenbollen want honger en weer terug naar het park. Met het zweet op de bovenlip, maar ook met een schoon en droog kind, frisse moed en een zak vol proviand. Nailed it, bitches. Niets zou een middag moeder-dochter-tijd op het kabouterpad nog in de weg staan.
Behalve dan mijn dochter die aan mijn hand trok.
'Mama?'
'Ja, lieverd.'
'Ik vind het saai. Zullen we naar huis?'
delen
Floor Bakhuys Roozeboom
InstagramFloor Bakhuys Roozeboom (39) is schrijver, journalist en columnist. Ze woont in Haarlem met haar vriend en twee kinderen en werkt aan een boek over ouderschap. Voor &C schrijft ze om de week over de grote en kleine mislukkingen, worstelingen en struikelmomenten des levens.