Column
Anna Karolina #253: De keuze van Damir
Gepubliceerd op
29 april 2023 om 19:00
Bron / Fotografie
Fotografie Tom ten Seldam
Gepubliceerd op
29 april 2023 om 19:00
Bron / Fotografie
Fotografie Tom ten Seldam
Ik trek mijn hoofd weg.
'Sorry, ik weet niet wie je bent.'
Ook al voel ik een vage herkenning, ik heb het idee dat ik haar in bescherming moet nemen, voor mij, maar ook voor haarzelf. Ik heb haar iets aangedaan. Ik voel het. Ze oogt breekbaar en wanhopig.
Sasha trekt de andere vrouw bij het bed weg en fluistert iets in haar oor. De vrouw schudt van nee en wil weer terug aan het bed komen, maar ik draai mijn hoofd van haar weg en hoop dat Sasha het allemaal oplost. Dit is het laatste waar ik nu zin in heb. Een vreemde aan mijn bed die haar emoties niet de baas kan.
'Sebastiaan, zeg iets. Sebastiaan.'
Smekend schreeuwt ze de woorden, maar ik voel niks. Ik kijk haar vermoeid aan.
'Mijn naam is Damir. Gaat u alsjeblieft weg. Ik, wij, willen even alleen zijn.'
Haar bijna vertederde blik gaat van mij naar Sasha en met snelle, boze stappen verlaat ze de ruimte.
'Wie is dat, Sasha?'
'Zij is nu niet belangrijk. Dat komt wel weer als je je geheugen terug hebt. Voor nu is het belangrijk dat we als de sodemieter hier weggaan. Gregor zit achter mij, achter ons aan. We moeten het land verlaten. Hoe sterk voel je je?'
'Sterk genoeg. Help me overeind.'
Buiten op de gang hoor ik de diepe snikken van de vreemde vrouw en haar stem wenend spreken tot de man die hier zonet nog was en die me goed leek te kennen. Waar ben ik beland? Wie zijn al deze mensen? Mijn enige houvast op dit moment is Sasha en ik trek me op aan haar sterke arm.
Een pijnscheut trekt door mijn lijf en ik probeer mijn brul binnen te houden, wat maar half lukt.
'Fuck, je kan echt nog niet weg. Damir, ga liggen. Terug.'
'Nee, verdomme Sasha, pak mijn kleding en help me.'
Even twijfelt ze, maar ze grist een broek van de stoel en positioneert deze zo dat ik er met mijn beide voeten in kan stappen.
'Hou je vast aan het bed, ik hijs de pijpen wel op.'
Met al mijn kracht en bijtend op mijn kaken hou ik mezelf overeind. Ze hurkt en trekt de broek langzaam op, om mijn wonden niet te raken. Haar ogen glanzen en kijken bijna vertedert naar mijn lijf. Ik heb haar liefgehad. Deze vrouw. Ik kan me niet precies herinneren wat er tussen ons is gebeurd en of ik haar nog kortgeleden heb gezien, maar er bekruipt me een gevoel dat ik al een tijdje op zoek was naar haar. Ik zocht haar en nu heeft zij me gevonden. Zijn wij verliefd op elkaar? Is dit wat ik in haar blik zie? Liefde? En wat voel ik?
Geen idee. Ik voel vooral fysieke pijn en wanhoop over wie ik ben en wat ik behoor te doen. Maar hoe ze naar me kijkt duidt toch zeker op een vorm van liefhebben. Dit is niet een vreemde die me helpt met aankleden. Geen verpleegster die gewoonweg haar werk doet. Nee, deze vrouw wil het beste voor me en streelt mijn gehavende lijf met haar ogen. Ik voel haar vingers rillen over mijn huid. De stugge stof van de broek wrijft tegen de nog vers afgeplakte wonden aan. Ik weet niet wat het is en waarom, maar opwinding maakt zich van me meester en op het moment dat Sasha de broek over mijn kont trekt blijft ie hangen.
Ze stopt haar handeling, komt omhoog en staat nu met haar gezicht vlak bij de mijne. Ik voel haar adem en ruik haar parfum. Herinneringen komen terug van ons samen. Onze lichamen. Haar mond. Ik in haar. Haar vingers in mij. Haar ogen. Haar borsten. Ik herinner me niet veel, maar ik weet wel dat ik een band met deze vrouw heb en zonder dat ik er ook maar iets zelf van kan vinden, laat ze haar zachte pluche lippen op de mijne rusten. Ik laat haar haar gang gaan, maar kus niet terug.
'Ik ben terug Damir. Ik ben bij je. En ik laat je nooit meer gaan.'
Wordt vervolgd.
delen
Anna Karolina Caban
InstagramAnna, schrijver van de erotische thriller 'Vrijspel', schrijft iedere week over haar zoektocht naar de ware (meeslepende) liefde die als een stevige rode draad door haar leven loopt. Elke zaterdagavond om 19.00 uur lees je een gloednieuwe aflevering op &C the website.