Column
Anna Karolina #241: Anna schiet te hulp
Gepubliceerd op
4 februari 2023 om 19:00
Bron / Fotografie
Fotografie Tom ten Seldam
Gepubliceerd op
4 februari 2023 om 19:00
Bron / Fotografie
Fotografie Tom ten Seldam
Anna mijmert over het verleden. Over haar keuzes. Want, waren die wel juist? Op het moment dat ze zichzelf weer bijeenraapt, staat er iemand achter haar.
Zeggen dat de woorden van Daan me totaal niet raken, zou een leugen zijn. Ik tuur naar de gang met de dichte deur. Daan heb ik ruim een half uur geleden de deur gewezen. Mijn laatste woorden aan hem herinner ik me niet meer. Wel zijn blik.
Ze zeggen wel dat mensen op hun mooist zijn als ze een deur uitlopen en je verlaten, en daar kan men best eens gelijk in hebben. Zijn ogen, zijn kaak, zijn uitdrukking. Dat alles voorbijgaat is een berustende spreuk als slechte tijden aangebroken zijn, maar het voelen en geloven op de momenten dat je op je gelukkigst bent, is de wreedheid zelve. Verdriet overspoelt me.
Mijn hart behoort Sebastiaan toe, maar een liefde die ooit heeft bestaan, ooit is geweest, kan je nooit in haar totaliteit weggummen. Daan was ooit de allermooiste, de allerlekkerste en de belangrijkste persoon in mijn leven. Ik wilde hem zo graag de mijne maken, dat het bijna een zaak was van leven op dood. Ik weet hoe dramatisch het klinkt, maar ik kan er geen andere woorden voor vinden.
Op de momenten dat hij klaar was gekomen, van me afgleed, me streelde over mijn wang, zich met zijn rug naar me toedraaide en zijn boxer over zijn billen schoof, was de hemel weer gesloten en was ik teruggeworpen op de koude, grauwe, harde grond van de werkelijkheid. Hij was de man van Claudia, en daar moest ik het maar mee doen. Ik leefde half. Niemand kreeg de echte Anna te zien. Alleen hij, gedurende onze verboden uurtjes, maar that's it.
Julia en ik konden lol hebben, op stap gaan en dansen als onbezorgde pretmakers, totdat Daan het in zijn hoofd haalde om me te willen zien. Slechts een berichtje van hem en niets deed er meer toe. Ik moest bij hem zijn. Verzon domme smoesjes. Als ik maar binnen een uur voor zijn deur stond, klaar om weer te mogen. Om hem weer te mogen kussen. Hem in mijn mond te nemen. Hem tot me te nemen, zijn wezen op me te voelen. Hij was mijn drug. Ik de zijne. We schiepen een eigen wereld, maar dat is kapot en is nu verleden tijd.
Het keerpunt is onvindbaar. Langzaamaan veranderde er iets in mij. Alsof mijn cellen reeds begonnen aan een omwenteling, waar mijn bewustzijn nog op achterliep. De dag dat ik het wist, dat ik voelde dat mijn hart Damir verkozen had, voelde dan ook definitief. Het was nu eenmaal zo en ik kon er niks meer aan veranderen. Alle kleine onzekerheden, de vrouwen, het niet vertrouwen, het speelde allemaal mee in mijn transformatie. Maar waarom dan dat trouwen? Waarom moest ik nog zout op zijn wonden strooien en hem zoveel meer pijn doen dan de bedoeling was? Waarom heb ik hem gebruikt als een pion in mijn spel om Sebastiaan voor me te winnen?
De vraag dringt zich aan me op en ik kan het niet tegenhouden. Zijn wij allemaal slechts pionnen in andermans levens? Ben ik slechts een figuur dat zo snel mogelijk verslagen moet worden door Isabella, zodat zij haar 'koning' voor zich kan winnen en zo het leven krijgt dat ze zo lang al voor zich ziet?
Is Sebastiaan niet slechts een afleiding geweest om mijn angst voor het 'echte' leven met Daan te testen en ben ik er gewoonweg niet in geslaagd sterk te zijn en te leven naar onze waarheid. Hoe kan ik er zoveel jaren van overtuigd zijn geweest dat Daan de enige voor mij was, om hem, eenmaal daar waar ik hem zo graag wilde hebben, weer aan de kant te zetten voor een ander? Wat is dit allemaal voor onnozele ongein? Waarom doe ik dit?
Is mijn hart mij op een wrede manier aan het besodemieteren, zodat ik er weer intrap en weer de moeilijke weg kies? Dat deed ik toen met Daan en dat lijk ik nu precies te doen met Sebastiaan. Want als ik nu voor Daan kies, als ik nu kies voor mijn originele keuze en daar gelukkig mee ben, wat betekent dat dan? Misschien heb ik gewoonweg een chronische hang naar drama en voelt iets niet juist als het me te makkelijk afgaat?
De tijd voor zelfmedelijden is voorbij. Hopelozer dan dit kan het allemaal niet meer worden. Ik heb nog geen idee wat ik ga doen, maar dat zielige gedoe moet nu echt afgelopen zijn. Ik schud mijn hoofd, veeg de tranen van mijn gezicht en trek mezelf aan de muur omhoog.
'Verroer je niet. Ik wil je geen pijn doen.'
Ik schik en zonder aan de gevolgen na te denken draai ik me om.
'Ik, ik ken jou.'
'Niemand kent mij.'
Ik kijk in de angstige ogen van de prachtige verschijning, die ik voor het laatst in dat vage pand in Tilburg heb achtergelaten met Damir. Het wapen dat ze op me gericht houdt trilt onder haar bange, nerveuze handen.
'Het is okay. Ik doe niks. Wat wil je? Wat wil je van me?'
'Je moet me helpen. Je moet met me meegaan. Je bent de enige die mij nu nog kan helpen.'
Soms weet je gewoonweg dat er geen andere optie is en dat de waarheid schuilt in je onderbuikgevoel en de wil om een ander te helpen. Iets aan haar doet me smelten en ik knik.
'Doe donkere kleren aan, niemand mag ons zien.'
Wordt vervolgd.
delen
Anna Karolina Caban
InstagramAnna, schrijver van de erotische thriller 'Vrijspel', schrijft iedere week over haar zoektocht naar de ware (meeslepende) liefde die als een stevige rode draad door haar leven loopt. Elke zaterdagavond om 19.00 uur lees je een gloednieuwe aflevering op &C the website.